Dat zou een etiket kunnen zijn om op Ecuador te plakken. Die idee schoot me te binnen toen we in de toren van “La Mitad del Mundo” stonden, op de evenaar. Natuurlijk had elke zichzelf respecterende toerist toen al met één been in het Noordelijke en met één been in het Zuidelijk halfrond gestaan (tegelijkertijd!!).
Die toren is qua inrichting vergelijkbaar met de IJzertoren: met de lift naar boven, en dan met de trappen naar beneden waarbij op elke verdieping een expositie staat. Welnu, die expositie ging over de verschillende ethniën in Ecuador. In Vlaanderen ben je over dat onderwerp, tenminste volgens de teneur van de expositie, snel over uitgepraat maar in Ecuador is dat een heel lang, interessant en mooi verhaal. Over het ganse grondgebied leven wel dertig verschillende herkenbare groepen. Hun eigenheid heeft veelal te maken met afkomst, taal en levensgewoonten; sommigen hebben zelfs, min of meer binnen de perken van de nationale wetgeving, hun eigen justitie behouden.
Blijkbaar wordt die diversiteit, waarbij ook specialisatie in beroepen hoort, ervaren als een rijkdom. Los van de paar resterende afgezonderde stammen in het oostelijk oerwoudgebied, is de katholieke kerk, door de eeuwen heen, een bindende kracht geweest die wellicht de basis heeft gevormd voor een soort van universeel Ecuadoriaans rechtvaardigheidsgevoel. Wat betreft “de kerk” zal ik daar geen verder commentaar aan toevoegen behalve dat ik, onnoemelijk veel kerken in de wereld bezocht hebbende, geen enkele, maar dan ook geen enkele kerk heb gezien die zo ontzaglijk veel goud aan muren, pilaren, altaren en plafonds heeft hangen, staan of plakken als de Jezuïtenkerk van Quito.
Ook in andere opzichten is Quito een unieke stad. Om te beginnen ligt ze 2400m hoog, in een 45km langgerekte “alp”, tussen de westelijke en de oostelijke cordillera van de Andes, vlak onder een bijna 6000m hoge vulkaan die zelfs niet uitgedoofd is. En, laat ik het éénmaal zeggen, alvorens ik het zou vergeten: met de grootste dichtheid van mooie vrouwen in gans Zuid-Amerika (en ver daarbuiten). Tussen haakjes die vaststelling zou ik gelden voor mannen, heb ik uit andere bronnen vernomen. En dat alles duidt nogmaals op de voordelen van diversiteit, zolang er maar vriendschappelijke betrekkingen zijn!
Waarschijnlijk is de opgang van dit land begonnen met het vinden van olie (in het Amazonebeken) een tiental jaren geleden. Hoewel Manta, havenstad waar we aangemeerd waren, zichzelf de wereldhoofdstad van de tonijn noemt, en hoewel ze de beste cacao en koffie telen in de laaglanden en de mooiste bloemen in de sierra’s (tussen de cordilleras), heeft de olie er uiteindelijk voor gezorgd dat elke inwoner gratis gezondheidszorg krijgt, gratis onderwijs krijgt tot en met universiteit en dat er behoorlijk veel auto’s, ook nieuwe, rondrijden. Het feit dat de benzine vijfentwintig eurocent per liter kost zal aan dat laatste ook niet vreemd zijn.
Ander markant feit is dat Ecuador als officiële munt de Amerikaanse dollar heeft. Dat heeft niet veel te maken met “vriendjes met de USA” (de president is eerder het tegenovergestelde) maar een beslissing van tien jaar geleden om de politieke klasse de macht te ontzeggen om geld te drukken (de facto devalueren) als het hen goed uitkwam! Inmiddels is er druk vanuit de politiek om dit te veranderen. Trouwens de populariteit van Rafael Correa is serieus gemilderd na de invoering van een maandelijks “leefloon” van $40 voor diegenen die, zoals wordt gezegd, “niet wilden werken”. Natuurlijk brengt dat wel wat stemmen op, zoals dat ook o.a. in België al is bewezen.
Dat brengt me bij “stemmen”. Ecuador heeft in feite stemplicht maar, in tegenstelling tot Peru (waar niet gaan stemmen een half minimum maandloon boete kost), hebben ze hier een beter systeem gevonden. Er zijn geen boetes, echter heb je voor quasi elke sociale dienst of sociaal voordeel (bv. halve prijs voor busvervoer, benzine, pensioen, reispas, e.a. …) heb je een kaartje nodig dat wordt afgeleverd indien, en nadat, je gaan stemmen bent. In feite komt het erop neer dat je niet als ingezetene burger wordt aanzien als je niet gestemd hebt. Het zal de Huaroani in het oerwoud een zorg zijn, maar voor de meerderheid van de inwoners ligt dat wel anders.
Hoewel ik er slechts een klein stukje van heb gezien, denk ik dat Ecuador in zijn geheel een prachtig en vooral boeiend land is, waarbij je als bezoeker een veelheid van interessante fenomenen tegenkomt. Het landschap – ook vanuit de lucht – ziet er enig én verrukkelijk uit. Zelfs in Quito is de verscheidenheid van mensen en klederdrachten opvallend; over het algemeen hangt er een positieve en luchtige sfeer – er is ambiance. Ik heb me laten vertellen dat de provincie Chimborazo ( waar ook de hoogste berg van de wereld staat, gemeten vanaf het centrum van de aarde!) een dertigtal dorpen telt, naar Zuid-Amerikaanse normen wellicht allemaal even groot in oppervlakte als de provincie Brabant, waarvan de inwoners zich telkens anders kleren.
We varen nu aan Columbia langszij om morgen voor Panama City voor anker te gaan. Het is warm aan de evenaar en vanmiddag werd het voor sommigen aan boord nog wat heter. Immers, er schijnt een zeemanstraditie te bestaan waarbij een “marinier” gedoopt moest worden door Koning Neptunus indien hij de evenaar had overschreden (Dat zal wel een Noordelijke traditie zijn, voor diegenen die aan de onderkant van de aarde hadden gevaren, zonder eraf te vallen). Grosso modo verloopt dat zoals een studentendoop met veel plakkerig gewrijf en gedoe, nadat ze eerst een vis op de mond hebben gekust. Een grote zalm met opengesperde muil kussen lijkt me niet direct erg smakelijk – het hoort bij de fun op het dek, aan de “swimming pool”!
Prinsendam, zaterdag 5 maart 2011
Op een boogscheut van de poort naar de Atlantische Oceaan