Naar alle waarschijnlijkheid was dit de warmste dag van de ganse zomer. Ik ben zelf geen thermometer en, wat echte temperatuur betreft, een onbetrouwbare bron. Het moge echter duidelijk zijn dat “partly cloudy” in Aruba een andere lading draagt dan “gedeeltelijk bewolkt” in België. Wellicht trekt men in België de wolken af van “geheel bewolkt”, terwijl men hier wolken optelt bij “helder”. Eén plus één is niet altijd twee, vooral niet bij fractalen.
Als het over gevoelens gaat dan zijn uitgangspunten immers altijd belangrijker dan gemeten grootheden, en dus is het hier en nu, naar mijn gevoelen, het warmste van de reis. Gelukkig is er nog wat wind, hoewel de passaat, voor zijn reputatie, een trage dag heeft gehad. Misschien maakt hij er een snelle nacht van.
Aruba. Welkom in het Koninkrijk van de Nederlanden. Het was mij ontgaan maar Aruba, Curaçao, Sint Maarten en grote broer Nederland behoren tot het “dominion” van de koningin. Bonaire (van de vroegere ABC eilanden) heeft zich met zijn tienduizend inwoners onafhankelijk gemaakt, maar zij hebben wel de Euro als munt ingevoerd.
In Aruba is de officiële munt de … “Florin”, juist geraden! Als blijk van mijn interculturele wellevendheid had ik uit de muur 50 Florin gehaald, en daarmee was ik een winkeltje binnengestapt. Alle artikelen waren er in US Dollar geprijsd. Straffer zelfs, toen ik, voor een Aruba petje van zes dollar, een briefje van vijfentwintig florin over de toonbank schoof, kreeg ik acht dollar terug.
Op mijn vraag om wat kleine florinbriefjes te krijgen, was het antwoord at ze er geen hadden. De taxichauffeur, een paar uur later, had er evenmin, maar gaf me wel al het kleingeld dat hij op zak had. In die collectie zat er een heel merkwaardig stuk van vijftig “florincent”: het is een vierkant! Voor de rest had ik hier geen financiële transacties gepland, gelukkig maar want ze waarderen zelfs hun eigen geld niet!
Aruba is piepklein, in totaal een vierhonderd vierkante kilometer, goed nat! En dat laatste is het doorgaans niet, zei de taxichauffeur, het is eerder een woestijn. Dat moet waar zijn, want er staan meer cactussen dan bomen. Eén soort boom valt direct op, het is de Arubaboom: fenomenaal beschouwd zijn ze verwant aan de West-Vlaamse populieren, eveneens gebogen door de overheersende wind. Echter in Aruba groeien ze slechts een drietal meter hoog, om daarna volstrekt horizontaal volwassen te worden.
Met een gemiddelde jaartemperatuur van 27°C is Aruba een paradijs … voor strandjutters (of bitskoemers, cfr. Barbados!) en waterratten. Hagelwitte stranden van fijn zand omzomen helder water dat gaat van bijna blauw, naar blauw, blauwer en blauwst. En er zijn ongetwijfeld conoisseurs die ook groen en purper zullen ontwaard hebben. Snorkelen schijnt hier een lust te zijn. Nu ik zelf gedurende deze reis wat meer over vogelen heb geleerd, en een cormoran van een pelikaan kan onderscheiden, heb ik van de laatste actiefoto’s gemaakt toen hij (of zij, mijn spoedcursus was ongeslachtelijk) aan het vissen was.
Zoals reed aangegeven heb ik vanmorgen een taxi genomen om “à la carte” het eiland te herkennen. Op die kaart staan, volgens onze eigen dagelijkse gazet, drie gerechten: de California vuurtoren, de Casibari Rocks en de Natural Bridge. Die laatste, een acht meter hoge granieten boog over een kleine baai was vijf jaar geleden ingestort, meldde mijn lokale expert, met begrafenisogen. In Casibari werden een hoop rotsen, heel lang geleden, bij elkaar gelegd. Niemand weet waarom en door wie of door wat (een vulkaan?). Los van het feit dat je boven op de ronde top een 360 graden zicht hebt over het eiland, is het een afknapper.
En de vuurtoren, tja, die is gesloten omdat er vijf jaar geleden iemand zelfmoord heeft gepleegd, door eraf te springen. Je vraagt je eigenlijk af waarom ze er geen permanente gemeentewerker op uitkijk zetten, suggereerde mijn gids, zodat de gewone mensen gewoon naar boven kunnen gaan. Ten andere, voegde hij eraan toe, het maakt niet veel uit, want nu gaan de suïcidalen gewoon naar de oostkant van het eiland wat zwemmen en de branding steekt een handje toe om hen naar daar te geleiden waar ze rust vinden.
Gelukkig had mijn gids nog wat andere ideeën. Zo hebben we een kerkhof bezocht. In Aruba worden families samen begraven: de oudsten gaan het diepst, en de kinderen erbovenop, tot drie verdiepingen hoog (een verdieping voor een overledene is uiteraard geen twee meter twintig – tachtig centimeter volstaat!). Het gaat hier met kerkhoven een beetje zoals in Egypte en Lima met de huizen, maar daar beginnen de oudsten gewoon op de grond. Wat me wel de ogen deed opentrekken was dat er ook mensen in nissen, loodrecht op de muur, werden “bijgezet”. Ik heb niet gedurfd te vragen hoe lang – het is vandaag trouwens Aswoensdag – het duurt vooraleer deze mensen tot stof wederkeren, in zulk een droog klimaat?
En dan was er Eagle Beach. Hij zal wel direct aan mijn klederdracht gezien hebben dat ik geen enthousiast zwemmer was, maar toch raadde hij me aan om er een kijkje te nemen. Op het strand was iedereen ondergedoken, ofwel onder een palmboom ofwel onder het water. Van die laatste soort kon men duidelijk enkele aan de oppervlakte drijvende hespen herkennen, met een klein zwart buisje ervoor: snorkelaars dus! Ik neem aan dat de pelikanen zich niet dikwijls van vissoort vergissen!
Na de middag heb ik mijn nakende terugtocht wat voorbereid. Mijn laatste was is netjes teruggekomen en ik ben begonnen met mijn handleidingen over opvouwen na te kijken. Inmiddels zag ik uit het raam een onophoudelijke stroom van grote tankers aan de horizon; ik neem aan dat ze Venezolaanse olie naar Cuba voerden.
Nog een woordje over vlag en lading: toen we vanmorgen arriveerden lag “The World” reeds aan de kade aangemeerd. Dat was verbazend want de kapitein had aangegeven dat we het enige schip in de haven zouden zijn. Wat bleek? “The World” was geen schip meer, maar het was een hotel (geworden). Toen ik dat vernam, dacht ik dat “The World” in Dubai ook geen eiland is maar een hoop opgespoten residenties. De wereld is inderdaad niet altijd wat we ons ervan voorstellen.
Vanavond is het “chocoladefeest”. Vanaf 22u kunnen we “de steigerende stukken” (pièces montées) gaan bezichtigen, en een half uur later begint het smullen. Ik veronderstel dat de meerderheid van de passagiers denkt dat dit een voortzetting is van Karnaval, en niet het begin van de Vasten. Zelf trek ik vanavond mijn oranje broek en frivole oranje hemd aan, ’t is tenslotte toch een Hollandse dag. Saluut Aruba, bye bye.
Prinsendam, woensdag 9 maart 2011
De laatste “All Aboard” hebben we gehad. Wat is de juiste term voor “All Aland”?
Oei Alexke, gene blog vanmorgen, te druk met alles in te pakken of wat???? Ja, we zullen er moeten aan wennen, ‘s morgens zonder blog van jou !!
All ashore?