Op de kaart is het niet te vinden, tenzij je een gat in je kaart kan vinden … Op Google Maps vind je natuurlijk alles: 2°30’S en 56°30’W, op een goede 500km van Manaus. Het is nu 11u, 30°C en er waait een aangenaam briesje.

Om 7u vanmorgen – het daagde pas want de kapitein had gisteren de scheepsklok nu eens terùggedraaid – verraadde het lawaai van de “thrusters” dat we zijwaarts laveerden, en dus aan de landing begonnen waren. Ik dacht om tegen elven aan wal te gaan maar het spek-met-eieren ontbijt gaf me genoeg energie om mijn verstand te gebruiken: hoe later hoe warmer, en hoe meer kans op regen. Dus: snel weg wezen.

Om 8u zat ik in de sloep naar het vasteland. Het woordgebruik is niet per se verkeerd want de term “oever” lijkt me wat onnozel in de context van de Amazone. Wij zijn nu meer dan 1000km de rivier opgevaren en ze versmalt niet. De oppervlakte van België is wellicht veel kleiner dan het wateroppervlak van de Amazone tot en met Manaus. En het is nog verre van hoog water; dat maximum komt pas in mei.

Boca de Valeria, aangekondigd als een “halte in het oerwoud”, is een dorp van 80 mensen. Welnu, van die tachtig inwoners zagen we er al direct zes in een kano, die aan de open deur van onze tender lag heen en weer te klotsen, vlakbij de monumentale Prinsendam, op een kilometer van het land. De zevende (81ste in het dorp?) zat in de buik van de jonge dame die, op de rand van het kleine kanootje laverende, haar kleurrijke kralen te koop aanbood. In de loop van de voormiddag groeide deze vloot aan tot vijf kano’s die, Darwin indachtig, elk voor zich vochten voor de eerste en beste plek naast onze overzetbootjes. Doden of gewonden zijn er, bij mijn weten, niet gevallen.

Mijn beeld van Santa Claus, waarnaar ik gisteren refereerde, kan ik beter inslikken. Na het schouwspel dat we te zien kregen, is het een beeld dat te cynisch en te komisch overkomt. Aan de groene “kade”, met de groene bomenmuur erachter, stond het ganse dorp, alle kinderen voorop, ons op te wachten. Als ik zeg dat het beeld van Santa Claus te cynisch is, is dan is het omdat die jonge jongens en meisjes je meteen vrolijk en dwingend de hand willen geven om met hen naar het dorp te wandelen. Cynisme pas daar niet bij. Als ik zeg dat het beeld van Santa te komisch is dan is het omdat hun lachende en luidruchtige verwachting niks komisch heeft: het is allemaal echt, en soms – voor mij althans, moeilijk om dragen.

Oude mensen heb ik in Boca niet gezien. Het lijkt erop dat vijftig al het graf voorbij is. Ik kan er alleen maar naar raden. De verhouding van de “ouderen” (20 tot 40) tot kinderen van minder dan 10, moet minstens een factor zes bedragen. Het krioelt er van “klein mennekens”. Sommigen van die gastjes proberen zeer doelbewust en expliciet te behagen, hetzij door enthousiast te doen, hetzij door het showen van hun kunstjes met allerlei beesten (aapjes, schildpadden, een kleine boa-constrictor, papegaaien, etc ..). Anderen staan er dan weer beteuterd bij, hetzij jongens met een dier en een lang, onbegrijpend gezicht, hetzij meisjes uitgedost in “traditionele pluimen en aanverwante” die zich ingekeerd afvragen waarom ze op straat voor vreemden moeten paraderen …

Aan de kade was het overvol. Naarmate de stoet verder trok – ik dacht aan de rattenvanger van Hameln – brokkelde het aantal aanhangers af. Sommige passagiers konden het fysiek niet aan, anderen bleven bij stalletjes of kindmodelletjes staan. De doodeenvoudige dorpskerk stond wat omhoog. In tegenstelling tot de andere huizen, die zondering op 2 à 3 hoge palen staan, rustte ze op een betonnen fundering met vijftien trappen.. Ik ben de trappen opgegaan. Een Amerikaanse madame sprak me aan met “Cool, isn’t it?”, en ze meende het letterlijk. Ik vond het ook “cool”, ondanks de witte plastieke stoelen hing er een sfeer van gedeelde blijheid. Aan het altaar hing een wit doek met “Feliz Natal” erop gedrukt in dansende regenboogkleurige letters. Bij het buitengaan, en op de uitheemse bezoekers neerkijkend, schoot “Fetisj Naval” door mijn hoofd. What’s in a name?

Geld geven voor een foto is, zegt de brochure, uit den boze. Zo creëer je direct een giereneffect. Je kunt het hen niet kwalijk nemen: plots verandert het opgezette sprookje in de harde realiteit; dit alles kadert in een overlevingsstrategie. En toch, blijven ze vriendelijk. Ze zullen Spinoza wellicht niet gelezen hebben maar het lijkt er sterk op alsof de “Natura naturata” op hun lijf geschreven is. Een 80-jarige Noor die gisteren naast mij op de Piranha boot zat, was er ook. Het nemen van foto’s doet wat pijn aan het hart zei hij, en wreef over zijn borstbeen. Ik dacht en voelde er net zo over, antwoordde ik. Méér was er niet meer te zeggen.

Prinsendam, zaterdag 15 januari 2011

In een soort paradijs op 2°N bij 56°W