Uit de dagelijkse activiteitenkrant kan ik opmaken dat we één derde van de reis achter de rug hebben. Er wordt ook gemeld dat vandaag “Australia Day” is; zelf kan ik daaraan toevoegen dat ik gisteravond laat Clijsters heb zien zweten, en zegevieren, tegen Radwanska, letterlijk onder het geraas van de overvliegende formatiegolven en stuntvliegers. Dank aan CNN en ESPN.

Macèio is wat provincialer dan Fortaleza. Omdat mijn geplande uitstap naar het “Blue Lagoon” afgelast was wegens “te weinig interesse”, had ik de zogenaamde shuttlebus genomen van de dokken naar de stad, voor een “vrij bezoek”. In tegenstelling tot Fortaleza was het zonnig en droog, en om 9u al snikheet. “Droog” vraagt wel enige uitleg: het regende niet maar de lucht zat wel overvol met … beklijvende nattigheid.

Een dag op het goudgele en lange strand, aan de lichtblauw- kabbelende golfjes, onder alomtegenwoordige, wat wuifelende en vruchtendragende palmbomen, te midden van sympathieke resto’tjes en overvolle boetiekjes, omringd door lachend, bruinend of bakkend, en spelend volk, en dat alles op 26 januari: daarvoor moet je in Macèio zijn! Andere bezienswaardigheden zijn hier in mijn opinie, die gedeeld wordt door de toeristische gids, helemaal niet.

Zelfs een kerk heb ik niet gevonden want de bus had ons vlak bij het strand afgezet en niet, zoals aangekondigd, op het “centrale marktplein”. In de ondraaglijke morgenhitte gaan stappen leek me helemaal onzin, zeker helemaal op mijn eentje: wie zou er het overvloedige zweet op mijn rug afdrogen? Ten andere, er wordt nogal wat nadruk gelegd op “niet alleen rondlopen”, vooral niet buiten de drukbezochte plaatsen. Uiteraard wordt er ook herhaald dat je op druk bezochte plaatsen geen dure juwelen of horloges moet dragen en uit de doppen moet kijken voor gauwdieven.

In die context hoorde ik een interessant verhaal van mijn zetelgenoot in de shuttle. De man was een spraakzame, op het eerste zicht tachtigjarige Canadees (uit Montreal) die reeds 30 jaar in Bermuda woonde, al 11 wereldcruises achter de rug had, en zes maal langs of rond Zuid-Amerika was gevaren: door en door door de wol geverfd als geen ander. Deze reis was hij echter onder slecht gesternte begonnen want zijn vaste vriendin had vijf dagen voor het vertrek afgezegd. Naar eigen zeggen was dat een “klop” geweest maar uiteindelijk had hij node beslist om vooralsnog de reis alleen te maken.

In de steden van Brazilië, en van Zuid-Amerika in het algemeen, is er veel kleine criminaliteit, zei hij, en heel dikwijls met medewerking van de politie. Zo vertelde hij dat, drie jaar geleden, hun gids hen had gewaarschuwd om – ze wandelden rond in het centrum van Bahia de Salvador (waar we overmorgen aankomen) – allemaal dichtbij elkaar te blijven om de pickpockets af te houden. Plots was er veel commotie. Toen de rook (rond hun hoofd) was verdwenen, bleek dat het uurwerk van de gids gestolen was. De groep was verrast dat hij de achtervolging niet inzette aangezien hij jong en sterk bleek. “Ach nee, zei de gids, morgenvroeg ga ik naar het politiekantoor van de wijk en voor 10 real krijg ik het wel terug”. (10 real = 2 €) Welke conclusies daaruit kunnen getrokken worden weet ik niet, maar de man voegde er wel aan toe dat hij zelf ook reeds was bestolen in Belèm en in Buenos Aires. Waar er vuur is ….

.. daar is er rook! Niet gelachen! Achter mij, uitkijkend over de intussen donkerende zee, brandt het woud over vele kilometers. Het lijkt me een passend orgelpunt voor een bloedhete, zwoele dag.

Prinsendam, woensdag 26 januari 2011

Op zoek naar warme koelte!