De nieuwe dag was veelbelovend, hij begon met een nieuw record: zes uur aan één stuk geslapen. Daarenboven hadden de bergen zich voortgeplant tot in Paraty, waar de skipper inmiddels zochten naar een plek om voor anker te gaan. Na een half uurtje speuren, stopten de motoren en werd ons medegedeeld dat “we niet dichter onder de kust geraakten, zoniet zouden we tot op het strand kunnen wandelen!”. Bij nader toezien dobberden we mijlenver (vijf, nvdr) van de pier, een half uur varen met de “tender” en, voor zover Jezus Christus een helpende hand zou toesteken, twee uur stappen….

Eigenlijk was ik van plan geweest om de “Cachaça” fabriek te bezoeken en de “Gold Trail” te verkennen, maar al de 4×4 terreinwagens waren reeds bezet op het ogenblik dat ik beslist had. Zo gaat het in het leven, als je de kans niet grijpt, is ze weg. Niet getreurd echter, want ik had tenslotte ook een gids waarin Paraty haarfijn beschreven was. Daarenboven was het een klein en pittoresk dorpje; dat leek me voldoende garantie om alleen op verkenning te gaan. (Nu ja, als een schip van 700 voor anker gaat nabij een dorp van 20000 man, dan ben je niet “alleen”).

Gelukkig moesten we geen half uur in die plastieke dozen van de Prinsendam varen om aan land te geraken; de “organisatie” had een koppel schoeners gecharterd. Deze open schepen waren niet sneller, maar veel en veel aangenamer. En tijd heeft, mettertijd, een andere prioriteit gekregen. Sommige passagiers waren trouwens op een schoener-snorkel-uitstap vertrokken in deze prachtige, woeste en bergachtige baai. Ook hier groeit nog het zogenaamde “Atlantische oerwoud”, ongerept.

Paraty lag te zweten onder de loodzware lucht. (In bovenstaande foto zit een mens in de boom!) Zelfs zweten is in deze contreien geen moeiteloos werkwoord. Volgens de Portugezen vindt “Paraty” zijn oorsprong in de uitdrukking “Alquilo para tí”. Blijkbaar had God, bij de verdeling van de aarde, geringschattend, dit stukje land aan de duivel gelaten! (Dit hier is voor jou!) Wellicht is God even onfeilbaar als de paus. Koffie, goud, en dies meer, hebben in de 17de tot 19de eeuw van de stad een bron van rijkdom gemaakt, tot des duivel’s jolijt! Vandaag is het één van de drie resterende “koloniale stadjes” langs de Braziliaanse kust, zeer gegeerd voor opnames van soaps en fotoshoots voor mediasterren, waaronder – zo wordt gezegd – Mick Jagger. Volgens de Indianen is “Paraty” een vissoort die in deze streken wordt gevangen. Mijn opinie is onbelangrijk, maar ik sta aan de kant van de Indianen.

De pier van Paraty ligt vol, overvol met boten, plezierboten en vissersboten, talloze bootjes en sloepen, en met een tiental schoeners. De lokale schoeners zijn zeilboten van een kleine twintig meter die, tegenwoordig meestal op hun motor, de baai afschuimen met, voornamelijk, Braziliaanse toeristen. Na e schoeners vindt men een ganse sectie kleinere “romantische boten” met namen als My Love, Paz e Amor (??), Aphrodite, Passione, etcetera. Ik heb vruchteloos uitgekeken naar de “Carinha”. Had ik zo een boot gevonden, dan had ik hem wellicht voor een paar uurtjes afgehuurd om, met gesloten ogen, dromend langs de baai te meanderen. ’t Heeft niet mogen zijn!

Uit die tegenslag heb ik moed geput en zo vond ik, na een uurtje strompelen door dit schilderachtig maar niet direct goed-geplaveid stadje, een alternatief dat dicht aanleunde bij Carinha, namelijk CAipeRINHA, op het eerste zicht wat “ipe” teveel. Heerlijk was het want intussen toch al een tijdje geleden! Omdat ik niet te snel wou hallucineren, heb ik tegelijkertijd een Guaranà besteld. Dat is de commerciële, en afgezwakte, versie van wat de Amazone-indianen gebruiken om wakker te blijven als ze op jacht gaan. Het is gewoon een frisdrank met een pittige smaak; ik vraag me af wanneer men dit lekkere brouwsel in Europa zal op de markt brengen? Het andere drankje, de Caiperinha, gemaakt met de plaatselijke “Cachaça” (brandy van suikerriet) was verkwikkend én opkikkerend, zoals moet blijken uit de foto.

Alles bij elkaar is Paraty een mooie afsluiter geworden van vier weken toeven in en rond Brazilië. Omdat ik, weeral, te laat “thuis” was voor de lunch, heb ik de namiddag rondgemaakt op de calorieën van één ijsje, een groot ijsje met 3 bollen: één vanille, één kokosnoot en één ananas. Het moge duidelijk wezen dat ik hier enige kilo’s heb “verloren”!

Prinsendam, woensdag 2 februari 2011

Met wat rustige dagen in het verschiet