Na één maand ervaring weet ik wat het is om voor een leeg blad te zitten. Vandaag komt daarbij dat het ook een lege dag is, tenzij men van oordeel is dat water een dag kan vullen. In dat geval is het een overvolle dag geweest want water heeft alles, ten overvloede, gevuld.

Om te beginnen waren we gisteravond in Paraty met zwaar onweer vertrokken. Wellicht omdat sambabliksems en bambagedonder op de lokale wateren een erotiserende invloed heeft, geraakte de oceaan zeer snel zeer opgezweept – en we moesten nog aan tafel! Hoewel die zotte bui na een paar uur gekalmeerd was, werden we vanmorgen gewekt door een schudden dat we eigenlijk sinds drie weken niet meer ervaren hadden.

Bij nader toezien is het niet helemaal abnormaal: we zijn gezakt (of geklommen, afhankelijk van het gezichtspunt) tot bijna 30°Z en, als het op die breedte niet meezit, krijgen de westenwinden terug vrij spel. Enkele uren na het ochtendgloren wist de kapitein uit goede bron de deining, de “swell”, van twee kanten kwam en dat golven van meer dan 3 meter ons gezelschap zouden houden. Vanaf mijn balkon – drie muren en één gat naar zee – zag ik het gezwel alleen maar verder zwellen. Op een bepaald moment vroeg me af welke richting mijn ontbijt – spek met eieren – als ontsnappingsroute zou kiezen.

Gelukkig begon het hard te regenen. Landrotten staan daar niet bij stil, maar zeemannen weten dat de golven dan kleiner worden van al dat gehamer op hun witte koppekens: Newton in de marinepraktijk zeg maar. Kwaad met kwaad bestrijden: het werkt, tenminste voor mij. Slechter verging het een SS-dame die op het achterdek, onder het strakgespannen en stevig bevestigd zeildoek, net als ik (bij twee kleine stukjes pizza), wat aan haar lunch zat te peuzelen. Bij een brede zwaai en diepe trog, gutste het water van het zeil: had er een diep bord gestaan, dan had ze vast nog wat soep gehad. Een diep bord stond er niet, en werd haar schoot een vijver voor sla en tomaten. Hoger heb ik niet willen kijken, maar ik vermoed dat haar boveninfrastructuur ook in het water hing.

Ik heb veel kunnen lezen vandaag. Om de meest hoogdravende werken meester te kunnen, ben ik nog eens naar het Crowe’s Nest geklommen. Daar schenken ze immers Pina Colada die de concentratie gevoelig kan verbeteren. Vandaag verliep dat alles wel iets minder vlot. Ik merkte snel dat dit niet het gevolg was van de kwaliteit van de drank, maar eerder van mijn relatieve positie ten opzichte van het midden van de gelagplaats. Ik had me inderdaad wat op de kant geïnstalleerd – stuurboord, om exact te zijn ( links en rechts bestaat hier niet, het vraagt wat aanpassing maar na een maand lukt het vrij aardig).

Om kort te gaan: als je bovenaan, op de 12de verdieping, bij zeer ruwe zee, vooraan in het kraaiennest zit, dan moet je, bij wijze van spreken, heel, heel zeker zijn van je nationaliteit of je wordt snel Schots. Als je vooruit kijkt over de wijde, klotsende zee, kan je letterlijk je ogen niet geloven en dat brengt verwarring in de geest, die uitmondt in de maag … Het ergste was dat er in het midden van het nest, in de as van het schip, geen stoelen stonden omdat daar een kleine dansvloer was. Op die plek Spinoza staan lezen met een Pina Colada in de hand leek me onhaalbaar.

Wellicht kunnen mijn verdedigingsmechanismes, aangescherpt door confrontaties met “Positioneel Vertigo”, zulke onevenwichtige situaties snel in een vaster kader plaatsen. Volgens de barman is het aangewezen om wat zure longdrinks te nuttigen en, voegde hij eraan toe, het is nu “Happy Hour”: je krijgt er twee voor de prijs van één.

Ik heb voor de zurigheid gepast. De regen is ondertussen opgehouden; er is zelfs een straaltje zakkende zon tussen de scheurende wolken komen hangen. Hoop doet leven. In het ergste geval mag Goebbels morgen een blog te schrijven!

Prinsendam, donderdag 3 februari 2011

Een voorproefje van de Zuid-Atlantische Oceaan?