Zelfs voor een doorwinterde Nerviër was het fris deze morgen. Het is de eerste keer dat het binnen warmer is dan buiten. Er woei een onaangename zuidenwind (waar het koud is op dit halfrond) en in korte mouwen, en korte pijpen, ontbijten op het achterplecht leidde bijna tot klappertanden. Dat heeft het voordeel dat je automatisch beter kauwt, wat mijn maag extra werk bespaarde, en wat zondagse rust bezorgde. De één zijn brood is …

Fitness om zeven uur ’s morgens is niet mijn eerste keuze, maar als je toch wakker bent en daarenboven de rest van de dag een druk programma hebt, dan geeft het een aangenaam gevoel, vooral als het voorbij is!

Als Rio een wereldstad is om zijn natuurlijke pracht, dan valt Buenos Aires dezelfde eer te beurt wegens zijn architecturale klasse. Waar “men” het geld verdiend heeft om de ontelbare schitterende gebouwen, monumenten en tuinen neer te poten, en te blijven onderhouden en opsmukken, kan ik niet beginnen raden. Zelfs een metro ligt er hier sinds 1913. Het land zelf is in de laatste veertig jaar een paar keer quasi-failliet gegaan (en wankelt financieel opnieuw), maar er zijn blijkbaar genoeg investeerders om het patrimonium te verfraaien en om moderne staalglazen wolkenkrabbers de blauwe hemel in te jagen.

Een paar anekdotes van de dag waren wel merkwaardig. De stichter van Buenos Aires had 102 kinderen. Als je succesvol een stad wil lanceren is dat een grote stap voorwaarts! Op de Plaza de Mayo, bij het presidentieel paleis, staan al veertig jaar lang moeders (en hun afstammelingen) met protest plakkaten in verband met de “desaparecidos” van het militair bewind. Iets minder lang, maar toch niet slecht, hangt er een continu bemand spandoek met de boodschap “de Malvinas behoren tot Argentinië. Vergeet onze gesneuvelden niet”. Tot slot, gaf de gids ons mee dat “hondenpoep op straat één van de grote problemen was in de stad”. Twee Amerikaanse reisgenoten hebben dat vervolgens daad-werkelijk bevestigd, tot groot ongenoegen van de andere passagiers in de bus.

Vanavond stond er tango op het programma. Alvorens daarover uit te wijden, even meegeven dat tango géén Argentijnse traditie is. Tango is een dans van Buenos Aires, en van Montevideo. De rest van het land heeft verscheidene en totaal andere folkloristische tradities. Ter informatie, na het genieten van de wervelende show kan ik bevestigen dat ik de tango waarschijnlijk onder de knie heb, maar zeer zeker onder de “kn…oessel”! Hoe dan ook, boven de knie bak ik er niks van! De snelheid en nauwkeurigheid waarmee de tien dansers stap-, beenzwaai-, sleep- en glijbewegeningen uitvoeren is onvoorstelbaar (en, zonder flits, op de gevoelige plaat niet wast te leggen.) Een sensueel genot voor oog en oor.

Want .. dit alles was met livemuziek, gebracht door een vijfkoppig orkest (bas, gitaar, viool, piano en bandoleón), dat begeesterend musiceerde. Vooral de “bandolero” schudde schitterende notenschilderijen uit zijn zakaccordeon – een instrument dat wij een Boheemse trekker zouden noemen. Trouwens in vele opzichten hebben tango, flamenco en gipsy muziek, een stuk melancholie gemeen. Willen ontsnappen aan armoede kleurt de toonladders in gelijkaardige tinten.

In de USA wordt op dit moment hun wereldkampioenschap voetbal gespeeld: de Superbowl. Met nog vijftien (effectieve) minuten te spelen, ga ik hier achter de blog een punt zetten!

Prinsendam, zondag 6 februari 2011

Morgen begint de tweede helft van deze Voyage!