…. mét ave lange stjeit, of in het gewone Nederlands: maart, trek me niet mee met uw lange staart. Dit was een courante uitspraak van mijn bejaarde overgrootvader die, het moet gezegd, elke maand maart in zijn vierennegentig jarig bestaan heeft met succes heeft afgesloten.

Ik vermoed dat ik nog te jong voor zulke irrationele vrees en spreekwoordelijke raad, doch vannacht werd ik het slachtoffer van de “wraak van Atahualpa”, de Peruviaanse versie van Montezuma. (voor zover ik dat zelf kan uitmaken, aangezien ik nog nooit in Mexico ben geweest) Ik ben node thuis gebleven, grotendeels in mijn bed, en ben niet op excursie geweest bij de Inca’s in Pachacamac, wat een afgang! (figuurlijk)

Daardoor is het voor mij vandaag zowat als een zeedag, hoewel geen echte, normale, vrije zeedag, unfortunately, eerder een voorzichtige en bedachte, in de buurt van aangepaste “faciliteiten”. Maar goed, dat betekent wel dat ik vandaag, in spurtjes wellicht, de rest van het verhaal over Lima en Peru kan schrijven.

Na het bezoek aan en de briefing over de stad hoef ik me ’s morgens in Lima niet meer af te vragen of de zon schijnt, want ze is nergens te bespeuren. De grootste waarschijnlijkheid is er tussen twee en vier; want om zes uur houdt ze het sowieso voor bekeken.

Laat er, na mijn frustratie-ventilerende uitlatingen van gisteren, geen twijfel over bestaan: Lima moet ooit een schitterende stad zijn geweest. Eerst in de zestiende en zeventiende eeuw, en dan terug rond de eeuwwisseling van 1900 zijn er architecturale pareltjes opgetrokken, kleurrijke barok en statige neoklassieke gebouwen domineren het centrum. Hun voornaamheid wordt geaccentueerd door een aantal grote, relatief rustige parken, vol immerbloeiende bloemen, zowel exotische variëteiten als soorten die ik zelfs ken.

Lima heeft redelijk wat gemeen met Brussel, en België. Zo staat er een groot orgel van Belgische makelij in de kathedraal. Omdat het reeds sinds 1880 kapot was, heeft men er recentelijk een elektronisch bijgeplaatst, van Japanse makelij. In het sjieke Franciscanenklooster hangen ook wat schilderijen van Rubens, zo werd gezegd. Het zou wat zijn, negen schilderijen van Rubens in een donkere refter van de paterkens in Lima…! Het plaatje ernaast specificeerde de herkomst wat nauwkeuriger: uit het atelier van Rubens. Tenslotte is het Peruviaans Justitiepaleis, volgens de gids, opgetrokken naar het model van zijn Belgische tegenhanger: a Big Palace for a Little Justine, unfortunately, voegde hij er fijntjes aan toe.

Om dit overzicht af te sluiten, meld ik dat Lima bestaat uit 43 districten, die allemaal een eigen burgemeester en schepenen hebben, alsook een stuk eigen politie. Waar hebben we dat nog gehoord? De gids voegde eraan toe dit vooral te wijten was aan het feit dat deze mandaten goed betaald waren. Een burgemeester en een nationaal parlementslid krijgen een wedde van zes duizend euro, per maand. Een leraar aan een staatsschool verdient twee duizend vierhonderd euro, per jaar – unfortunately.

De ziekenzorg in Peru is een hoofdstuk apart. Mijn Belgische buur liet me weten dat zijn gids op de uitstap vandaag het driemaal had uitgelegd, zo belangrijk vond hij het om de boodschap duidelijk mee te geven..Ik zal het kort houden. Vooreerst hangt het er uiteraard vanaf of je ja dan neen verzekerd bent. Voor zover je werk hebt, ingeschreven student of zwangere vrouw bent, is dat ook geregeld. Los van de kwaliteit van de zorgen, verloopt dat alles min of meer zoals in Europa. Heel vele mensen zijn echter niet verzekerd (te oud, te jong, te werkloos, te ver weg, onbekend op de burgerlijke stand). Tussen haakjes, op het platteland maakt het allemaal niet veel uit, want voor serieuze dingen geraak je toch nergens. Ze hebben er wel mooi onderhouden kerkhoven.

In Lima is de gezondheidszorg wel degelijk georganiseerd. Als je verzekerd bent, dan ga je eerst naar het hospitaal een ticketje kopen. Dat kost ongeveer een euro. (Vier Peruviaanse Sol). Daarop staat een nummer en een datum waarmee je bij een dokter in een publiek hospitaal terecht kunt. Die stelt zijn diagnose en schrijft geneesmiddelen voor. Als je die niet kan betalen is de kous daarmee af, unfortunately. Een logische uitbreiding van datzelfde principe betreft een diagnose voor operatief ingrijpen. De patiënt krijgt een voorschrift voor de noodzakelijke medicatie; als hij ze allemaal gekocht heeft mag hij terug komen om de operatie te laten uitvoeren. Anders, tja, dan val je door de mazen van het sociaal net.

In zijn reisverhaal met de Beagle vertelt Charles Darwin over Lima, mutatis mutandis, in grote lijnen hetzelfde. Trouwens hij was er vlak na de revolutie en de onafhankelijkheid; een tijd met veel optimisme en boordevol energie, zou je denken. Als die er al was, werd ze gebruikt om tussen militairen, grootgrondbezitters en de kerk machtsspelletjes te spelen. Darwin beschreef Peru als het meest bedrukkende land van het continent. Als je er de moderne geschiedenis op na leest is Peru er vooral op vooruitgegaan tussen 1990 en 2000, de tijd dat Fujimori de democratisch verkozen president was. Vandaag zit hij in een Peruviaanse gevangenis wegens “corruptie, dictatuur, en schending van de mensenrechten. Ik heb geen oordeel over de terechtheid van die beschuldigingen maar ben er rotsvast van overtuigd dat er geen andere “machtigen” rondlopen in dit cynisch land, unfortunately.

We zijn om zes uur vertrokken uit Lima, met mist natuurlijk, een mistige miserie. De kapitein wou kennelijk wat ruimte creëren en kondigde aan dat we in westelijke richting zouden varen tot we uit de erwtensoep waren. Nu, na drie uur, is dat ongeveer gelukt. En we worden al continu gezelschap gehouden door een dertigkoppige schare witbuikige wapperende vogels die, sneller vliegend dan wij varen, luidruchtig toertjes rond het schip draaien en mee opschuiven, in de kwetterende donkerte.

Prinsendam, dinsdag 1 maart 2011

Op naar een lichtend pad?