Mensen die Frank of Sabine moeten gehoord hebben alvorens te gaan slapen, omdat ze tenminste een idee willen hebben omtrent het weer van morgen, blijven best uit Antarctica weg. Een simpele geest zal terecht opmerken: “ Natuurlijk, want Frank en Sabine kan je op de Zuidpool niet pakken”. Ook waar, maar dat zou m.i. nog georganiseerd kunnen worden. Het onoverkomelijke probleem is echter dat het weer in Antarctica per definitie onvoorspelbaar is. Zelfs van het éne uur op het andere is het o-n-v-o-o-r-s-p-e-l-b-a-a-r, vergelijkbaar met het hooggebergte maar nog wat instabieler.
Vandaag hebben we alles al gehad: om 6 uur bewolkt, droog en niet al te koud, om 8 uur mistig en kil, om 9 uur gingen de wolken wat hoger hangen. Dat was in de Cuverville Bay, met massa’s massieve gletsjers en Adélie pinguïns. Terwijl we die baai verlieten, stak er plots hevige wind op – in de “Straat van Gerlache”. Na een uurtje ging die even snel liggen en ons bezoek aan Paradise Bay verliep voorspoedig, de zon brak zelfs bijna … door de wolken. De baai was getooid met ruige rotsen met witgedrapeerde halssnoeren, suïcidale gletsjers, Gettoo pinguïns, robben en … mensen, zowel in twee “basissen” als op twee schepen (het soort waarin je snel ziek wordt). En daarna, terug in de straat genaamd naar de grote Antwerpse poolreiziger, brak de hel los. Na een kwartiertje mat men windstoten van 120km/h, en vlagen opgejaagde motsneeuw witten het zicht, gedragen door ziedend water
Omdat we vandaag niet op de “open zee” varen maar in zogenaamde straten en kanalen krijg je een andere indruk van ijsbergen. Het lijkt soms alsof je er niet echt rond kan varen. Wat dat betreft kan je ze trouwens toch niet allemaal vermijden en hoor je regelmatig de klap van een botsing weerklinken. Ik neem aan dat de kapitein zijn slachtoffers uitkiest, en niet omgekeerd. Af en toe – meer dan me lief is – beginnen ook de “boosters” te grommen, om een zwaai naar links of rechts te stimuleren, wellicht nadat de sonar een gevaarlijk “ijspaviljoen” heeft opgemerkt. Misschien zijn het niet altijd de “boosters” die dat lawaai produceren; ik kan me voorstellen dat ijs malen tussen de schroeven een gelijkaardig geluid maakt, als er maar geen pinguïns tussen hangen!?
Sonar maakt het verschil tussen Prinsendam en Titanic, tussen leven en sterven zeg maar. Ik heb me laten vertellen dat de sonar zelfs de richting en snelheid van omringende ijsschotsen en dito bergen berekent. Toen de wind vanmiddag honderduit rond mijn balkondeur huilde, ontwaarde ik aan stuurboord (dat is waar ik woon!) een grillige ijsberg (met zijn drietal meter hoog en tien breed niet direct een groot gevaar?). Het was een kristallen beeldhouwwerk in de vorm van een schommelpaard, met dik hoofd, smalle doorgezakte rug en breed gat, op zo een honderdtal meter afstand. Ik zag hem letterlijk draaien in de wind – bij de manen en de staart gegrepen, bij wijze van spreken – én tegelijk van richting en snelheid veranderen. Voor je gemoedsrust ben je zedelijk verplicht om ervan uit te gaan dat ze op de brug, met al hun gesofistikeerde technologie, goed weten waar ze mee bezig zijn, zoniet moet je permanent een cardioloog bij de hand hebben.
Het tegenvallend weer heeft er niets mee van doen, maar toch is dit een Belgische triomfdag! Op het schip is dat een goed bewaard geheim, vooral omdat de meeste passagiers niet erg beslagen zijn in aardrijkskunde, zeker niet in de franstalige administratieve aardrijkskunde van het Belgenland. Zelfs voor de Hollanders zal het allemaal niet evident zijn, want “Anvers” zegt enkel iets aan diegenen die écht wat Frans kennen. Eén op duizend, peetteitre.
Adrien de Gerlache, een Antwerpenaar uit een rijke familie (vanzelfsprekend, gezien zijn welluidende voor- en achternaam), heeft hier op het einde van de 19de eeuw belangrijk ontdekkingswerk verricht. Langsheen de ganse slurf van Antarctica (zogenaamd Graham Land) zijn de voornaamste passages en eilanden door Gerlache benoemd, hetzij naar Belgische provincies en steden, hetzij naar belangrijke, verongelukte of verdwenen compagnon-avonturiers. Zo ben ik dus vandaag langsheen Brabant Island en Anvers Island, die beiden de westelijke grens van de Gerlache Strait uitmaken, gevaren. Flandres Bay hebben we – letterlijk! – links laten liggen.
De hele namiddag is uiteindelijk in storm en wind en rook opgegaan. In feite zijn we uit de Gerlache straat als een dief in de nacht vertrokken. Gelukkig liggen er vele eilanden in de weg, zodat de golven niet de kans kregen om zich te organiseren! De storm heeft drie uur aan één stuk geraasd. Mijn kamer is intussen terug wat aan het opwarmen, zodat mijn hersenpan ook terug wat sneller werkt. Morgen zullen we alles weer klaar zien!
Nu – 19u52 – sneeuwt het redelijk vlijtig en de eolische goden laten zich evenmin onbetuigd. Het laatste nieuws van de brug was dat we in open water de nacht zouden doorbrengen en morgen bij het krieken van de dag – zonsopgang is om 5u12 – de exploratie zullen verder zetten. De walvissen die we vandaag niet hebben gezien, hebben toegezegd voor morgen, maar ik ga vanavond alvast naar een Antarctica film kijken, kwestie van wat zekerheid in te bouwen.
De groeten vanuit “Anvers” (65°S / 64°W)
Prinsendam, zondag 13 februari 2011
Komt de zon morgen bij Valentijn een kijkje nemen?
P.S. Voor diegenen die geïnteresseerd zijn om op Google Earth de basissen, die we vandaag hebben bezocht, op te zoeken, dat zijn: Brown 64°53’ S en 62°53’ W (Argentijns,) alsook Videla op 64° 49’ S en 62°52’ W (Chileens).