Nee, toch niet: we hebben geen Chileense fjorden gezien, behalve de laatste paar uur voor zonsondergang. Ach, dat waren gewoon fjorden – mooi overigens, en vreedzaam – maar niet écht de Chileense fjorden. Misschien moeten we wat geld terugvragen? Voor zover ik me herinner staat er overal “mits toelating, voor zover de omstandigheden het toelaten en … de kapitein beslist’.
En zo had onze kapitein vanmiddag beslist dat er grotere prioriteiten waren dan de Chileense fjorden, bijvoorbeeld de koeling van de dieselmotoren. Ge kunt de man geen ongelijk geven want wat is een schip zonder motoren? Een vogel voor de kat, een speelbal voor de golven!
Vanmorgen bij het ontbijt – het was slechts half zeven, en de dag kwam in de lucht – was het al raar dat we maar heel stillekens vooruitgingen, in de open zee. De getande kust van Chili lichtte voorzichtig op, net ouderwetse, benen, versleten kam. Wel een zeer lange, want waar je ook keek in het Oosten, je zag enkel de “Cordillera”.
Laat in de nacht was de wind (eindelijk) gaan liggen en de hemel toonde zich ’s morgens aanstonds van zijn stralend blauwe kant. De ochtendstond had veel goud in de mond, maar het schip had geen vlam in de pijp. Dat ging omzeggens onopgemerkt voorbij want overal rondom ons kwamen walvissen water spuiten (en adem happen, veronderstel ik), terwijl hopen albatrossen (en andere vreemde vogels) langs de golven scheerden, rond die grote monsters. Mooi om aan te kijken, vanop mijn balkon, met een witte klak, gebruinde en bruinende torso, afgetrainde benen, gespierde schouders, en dies meer … Een zalige morgen. (Hierbij een foto van mijn “cross trainer”, achter het glazen raam)
Om één uur kraakte de wat aarzelende stem van de gezagvoerder doorheen de “ integrale intercom” (waarvan je ook in je cabine wakker word, maar dat is de bedoeling) om aan te kondigen dat, met het Kanaal van Darwin pal voor ons (de weg naar de fjorden voor vandaag), we toch niet verder konden want … de waterfilters voor de koeling waren totaal verstopt. Zij zouden de motoren helemaal moeten stilleggen, ronddobberen en wachten – terwijl de techniekers in de machinekamer zich te pletter wroeten om het “krill” weg te krijgen.
“Krill” (in het Nederlands mij onbekend) is garnalerig en kreefterig plankton dat in de oceanen, vooral bij de zgn. continentale “shelf”, veel voorkomt. Dat is ook waar walvissen verzot op zijn. Zo werd het duidelijk waarom er zoveel walvissen naar boven kwamen … ze hadden zich ook vol gefret met “krill”. Dat poets- en spoelwerk heeft geduurd tot half zeven vanavond. De kapitein meldde dat alles OK was, en voegde eraan toe dat de machinisten reeds sinds één uur vannacht ononderbroken bezig waren geweest om de smurrige puree te verwijderen.
En toen … toen stoomden we verder, hoger – op mijn landkaart wel te verstaan. Omdat het reeds laat was hebben we ook het Darwin Channel niet genomen, maar wel ééntje meer naar het Noorden. Tja, het maakt wellicht allemaal niet heel veel uit, het is hier een wirwar van kanalen (fjorden), eilandjes, golfjes en dies meer. Uiteindelijk werd het, met de schitterende zonsondergang, nog een sensueel feest. Een Duitse madame vond het: “unwirklich”.
Inmiddels is het gisteren ook volle maan geweest, en is Luna (of Selena voor de puristen) eveneens, sinds negen uur, in volle pracht vruchtbaar aan het rijzen. Het is nu half elf en de sterren beginnen te fonkelen. Ik zal voor de eerste keer in mijn leven “Crux” – het Zuiderkruis – kunnen bekijken want, niettegenstaande allerlei pogingen sinds Belèm, is het me – wegens wolken, kou, luiheid of onkunde, nog niet gelukt. Maar vanavond staat het er, dat kruis! En, enkel voor de liefhebbers, α-Centauri, de ster die het dichtste bij het zonnestelsel staat, prijkt er vlak naast. Ik zal seffens nog even gaan smullen!
Daarmee houd ik het vandaag figuurlijk, zij het niet letterlijk, voor bekeken!
Prinsendam, zaterdag 19 februari 2011
Uitgekuist staat netjes; en vanavond heb geen garnaal gegeten, je weet maar nooit …!