Dat deze reis niet in de eerste plaats vakantie zou zijn, was een uitgemaakte zaak voor de start. Dat ik in “het werk” zou verzuipen was niet gepland. En toch, en toch loop ik achter de feiten aan. Dagen zoals vandaag, waarbij je niet weet welke notities je eerst moet neerpennen, wanneer je twee blogs gaat geschreven krijgen, welke foto’s je moet schieten en wanneer je ze zal editen, hoe Skype vandaag zal werken (of niet), etcetera … Aan boeken lezen heb ik zelfs niet meer gedacht. Maar het was een speciale dag: Welkom in Vuurland — bij zonneschijn!!
Het liedje van wakker worden ga ik niet meer zingen: als het schip remt, word ik wakker – simpel. Het zicht, bij zonsopgang, was de moeite waard, ook al had ik nog lood in de benen. De scherp gepunte kasteelbergen van Vuurland, met wat sneeuw en ijs ertussendoor, verhieven zich majestueus boven de nederige, kleurrijke daken van de stad, met daarbij een zeilboot, een vrachtboot, een yacht, hier en daar, als ondersteunend pittoresk element. De lucht was koel en zuiver, het water helder en vlak: nergens agressie, alles peis en vree.
Om acht uur had ik al plaats genomen op de aller-achterste bank van een Land Rover Defender. We gingen langs het “ Lumberjack Trail” naar een hoge vallei, uitgeschuurd door al lang verdwenen gletsjers. Ik geef grif toe dat ik voor de eerste keer in mijn leven in een 4×4 heb gezeten waarbij al zijn “off road” eigenschappen nodig waren en aangesproken zijn. Dit oude houthakkerspad ging dwars door en woestenij van bossen, beemden, moerassen, dalen, putten en plassen, woelige rivieren en waggelende bruggen, en langs, over of door al wat men zich daarnaast nog bij een wildernis kan voorstellen.
In eerste instantie was de bedoeling om, naast de wijdse berglandschappen, wat bevers en beverdammen te bekijken, en rode vossen te ontdekken (misschien terwijl ze een bever oppeuzelden); om via een husky park, in de natuur te gaan stappen, inclusief een Argentijnse steak met rode wijn nuttigen, op een rust-uitademende, heerlijk geurende tra. Omdat onze Argentijnse gids een kei was (goed Engels, uitgebreide natuurkennis, gepassioneerd verteller en voortreffelijk chauffeur) is dit een prachtige en leerrijke uitstap geworden.
Eén van de interessante “faits divers” heeft te maken met “natuurbeheer door mensen”. Blijkbaar zijn Canadese bevers hier zestig jaar geleden door Engelsen ingevoerd, en gefokt – voor hun pels. Na enkele winters bleek de Vuurlandse winter niet hard genoeg: de beverpelsen krompen met 70%. Dus heeft men de bevers “losgelaten”. Aanvankelijk werden hun aantallen door de rode vossen in bedwang gehouden. Echter werden op deze laatsten gejaagd (ook voor de pels), met succes.
Zoveel succes had de vossenjacht dat de bevers vrij spel hebben gekregen, en er overal in het woud dammen werden gebouwd. Daardoor kwamen vele bomen onder water te staan, en stierven ze af. Dus – zo beslisten slimmeriken – hebben we nieuwe vossen nodig! Ze importeerden grijze vossen uit Patagonië. Die waren echter de bergen niet gewoon, en daarenboven waren de struiste bevers onaantastbaar geworden. De nieuwe vossen weken uit naar het Noorden van Vuurland, waar het vlak is en daar … maakten ze amok tussen de schapen. Volgens de gids wordt er momenteel serieus nagedacht over de volgende te nemen stappen. Op bevers jagen wordt alvast aangemoedigd: per beverstaart krijgt een trapper 25 pesos (=vijf euro). Dat helpt niet echt, want het is te weinig om ervan te kunnen leven … (wordt vervolgd in de komende jaren)
In de namiddag heeft de Prinsendam de steven gewend, naar het Beagle Channel, de beroemde waterweg tussen ontelbare gletsjers die indertijd door Kapitein Fitz Roy, met Darwin aan boord, werd “ingevaren”, en tegelijk, min of meer, in kaart gebracht. Ik was van plan om het grootste deel van de namiddag aan mijn foto’s en blogs te werken; ik dacht zelfs tijd te hebben, nu “de zee” kalm was, om te gaan fitnessen. Dat laatste is gelukt. Mens sana in corpore sano, vooal als het spannend wordt!
Daar heb ik trouwens ook een paar leuke anekdotes genoteerd. De eerste betreft een mevrouw, klein en rond, die met haar regenjas op de loopband aan het stappen was! Dat had ik nog nooit gezien, met een rode regenjas in een fitnesszaal?! Na een paar kilometer stappen heeft ze vast gemerkt dat het niet binnenregende, en heeft ze de jas gewoon naast zich laten vallen, zonder omkijken verder tippelend. Inmiddels was een ander amateur, nog kleiner en nog ronder, nogal schuchter binnengekomen, gekleed in gewone lange broek en wollen pull. Zij wachtte op de monitrice, want ze leek me niet direct zeer vertrouwd met fitness toestellen. Haar eerste activiteit betrof de cross trainer. Welnu, daar probeerde ze op te stappen zoals ik op een paard zou stappen, met dien verstande dat ze uit de stijgbeugels schoot, de hengsels losliet en haar voet verstuikte: einde training. Tot slot moet ik melden dat de weegschaal is verdwenen. Ik zal vanaf nu “op gevoel” moeten afvallen.
De tocht langs het Beagle kanaal was adembenemend mooi, ook bijna letterlijk. Gewoon in het zonnetje buiten zitten, waarvoor het iets te fris was, zou de ervaring nog aangenamer hebben gemaakt: één magistrale film bekijken van verblindend natuurschoon. Ach, ’t was natuurlijk allemaal hetzelfde – bergen, rotsen, gletsjers, morenes, watervallen, wouden, valleien, wolken – maar elk kader dramatisch verschillend. Op één of twee zeilboten na toert daar absoluut niemand rond: alles is rust en kalmte. Baudelaire zou er misschien nog “volupté” aan toevoegen. Gedurende volle drie uur heeft de cinema geduurd, wat deels mijn werkachterstand verklaart. Ten andere, met de honderd plus foto’s van dit traject is er nog een hoop editing werk bijgekomen. En morgen … nog meer Vuurland!
Prinsendam, woensdag 16 februari 2011
Bijna in de Straat van …. Magellaan
P.S. We zijn hier ook oude bekenden tegengekomen. Ik zal daarover schrijven in de Engelse versie van Vuurland (binnen een paar dagen). Intussen kunnen de detectives al wat speurwerk verrichten; onderstaande foto is een “clue”.