Blog Image

AAA - triple & cube

Amazonas Antarctica Acongagua

Diary of a Grand Voyage

Diversity & Energy

english Posted on 2011-03-06 04:39:15

We are now battling the northeasterly trade winds, plowing north to Panama, with Ecuador fading away in the South. It is an interesting place, Ecuador: the land, its people, the economy, the society, as well as the air traffic control.

I mention the latter only because I had firsthand experience with it. Indeed, we flew from Manta, where we were docked, to Quito in the early morning; clockwork orange, in a brand new A319, with free snacks and coffee. The return flight was a different story though. Our flight was “in suspense” because the Control Tower in Manta had experienced catastrophic failure, whatever that may mean. Eventually, we were rerouted to the “old, small airport”. A 30-seat Dornier 328 propjet – my maiden flight – brought us back to the old and small airport just before scheduled sailing time.

That was the surprising end to a surprising day, for Ecuador (at least the little that I have seen and heard from it) is a unique place in many respects. For one thing, the land has beauty to offer to anyone’s preference and likings: from coast and beaches, to mountains and valleys, plus a stretch of vibrant jungle, it is there for the picking. Some of that jungle is virtually unexplored or intentionally left alone, for the Huaroani and related tribes, while another part is the engine for the country as it produces the black gold.

The other important diversity concerns the people. Ecuador “sports” around thirty different ethnicities. They derive from African, Indian and Spanish origin, mixed in various ways. In certain regions there is still a large original indigenous population, which, in their own right, is quite diverse, identifiable by language, physical environment and traditions, owing to the many natural barriers all over the country. I was told that in the province of Chimborazo, for example, one ethnically homogenous group is spread over thirty villages across the mountains, while they dress ostensibly different from place to place and maintain small linguistic peculiarities.

Quito is, of course, a little bit of melting pot. The many beautiful women walking on the streets testify to that as well. As far as I can tell, this city has the highest density of female beauty in South America. (Other observers confirmed this conclusion regarding beautiful men). It is a rather unique place: three million people, on a 2400m (8000ft+) high alpine plain, enclosed by two cordilleras, with a nearby towering and active volcano measuring almost 6000m (18000ft). But that is not all, Quito also has taken care of its historical architectural heritage, which is a jewel (and UNESCO protected).

Centerpiece of these buildings is the plethora of churches. Every important order of monks or nuns has built a temple in Quito, from the sixteenth century onward. The most spectacular church, flanked nowadays by the neo-classical building that is the Central Bank, is the baroque Jesuit Cathedral. While I have visited all kinds of churches during my global wanderings, I have never seen such an expensively decorated interior as in this place: on walls, pillars, altars and roofs you see gold hanging, standing and shining. Artfully sculpted or just richly applied, the yellow metal is everywhere. If any adventurer ever wondered where the “Gold of the Amazon” was hidden, he should have started here! Of course, they also built schools, for indeed, their main business was education.

The currency of Ecuador is the US Dollar. Ten years ago that looked like a great move to stop the runaway hyperinflation. And even today it finds broad support; to quote our guide: it was the appropriate way to prevent politicians from printing money and to make sure that all Ecuadorians, and not just politicians, had dollar denominated, inflation-protected bank accounts. This strategy is comparable to what Greece opted for in Europe, except that they still did not manage their budget (and were hiding deficits, of course). Part of the reason why this has worked in Ecuador is … black gold. The latter may also explain why new politicians started to talk about reverting back to a “national currency”.

Oil was found in the Amazon basin about ten years ago. It enriched not only the state, it also brought prosperity to the country, and especially to the oil workers during the boom of 2006-8. As their bonus was linked to company profits many made ten times their yearly salary in bonus payments for a few years. That luck did not befall tuna fishermen and coca workers but, because of the additional income, which the state in party redistributed, Ecuadorians enjoy free healthcare, education (including university), unemployment benefits and … subsidized gas. The latter explains undoubtedly why one sees many cars and a lot of late model cars, as well as real traffic jams, a sight unseen since Buenos Aires.

Of course, I also went to “La Mitad del Mundo”, the place at opposite ends of the continent from Macapà, in Brazil. Actually, it is here that (primarily) French scientist made the first exact scientific measurements about the earth’s equator. And, of course, I had my picture taken with one leg in the Northern and one in the Southern Hemisphere, simultaneously! The journey (journée) in Ecuador was a welcome reprieve from the choc of Peru: diversity and energy, both figuratively and literally. And there was lots of joy on the streets – Carnival is around the corner, as well!

Prinsendam, Day 60 – Saturday March 5rd, 2011

Ready for tackling the Panama Canal!



Kampioenen in Diversiteit

nederlands Posted on 2011-03-06 04:32:15

Dat zou een etiket kunnen zijn om op Ecuador te plakken. Die idee schoot me te binnen toen we in de toren van “La Mitad del Mundo” stonden, op de evenaar. Natuurlijk had elke zichzelf respecterende toerist toen al met één been in het Noordelijke en met één been in het Zuidelijk halfrond gestaan (tegelijkertijd!!).

Die toren is qua inrichting vergelijkbaar met de IJzertoren: met de lift naar boven, en dan met de trappen naar beneden waarbij op elke verdieping een expositie staat. Welnu, die expositie ging over de verschillende ethniën in Ecuador. In Vlaanderen ben je over dat onderwerp, tenminste volgens de teneur van de expositie, snel over uitgepraat maar in Ecuador is dat een heel lang, interessant en mooi verhaal. Over het ganse grondgebied leven wel dertig verschillende herkenbare groepen. Hun eigenheid heeft veelal te maken met afkomst, taal en levensgewoonten; sommigen hebben zelfs, min of meer binnen de perken van de nationale wetgeving, hun eigen justitie behouden.

Blijkbaar wordt die diversiteit, waarbij ook specialisatie in beroepen hoort, ervaren als een rijkdom. Los van de paar resterende afgezonderde stammen in het oostelijk oerwoudgebied, is de katholieke kerk, door de eeuwen heen, een bindende kracht geweest die wellicht de basis heeft gevormd voor een soort van universeel Ecuadoriaans rechtvaardigheidsgevoel. Wat betreft “de kerk” zal ik daar geen verder commentaar aan toevoegen behalve dat ik, onnoemelijk veel kerken in de wereld bezocht hebbende, geen enkele, maar dan ook geen enkele kerk heb gezien die zo ontzaglijk veel goud aan muren, pilaren, altaren en plafonds heeft hangen, staan of plakken als de Jezuïtenkerk van Quito.

Ook in andere opzichten is Quito een unieke stad. Om te beginnen ligt ze 2400m hoog, in een 45km langgerekte “alp”, tussen de westelijke en de oostelijke cordillera van de Andes, vlak onder een bijna 6000m hoge vulkaan die zelfs niet uitgedoofd is. En, laat ik het éénmaal zeggen, alvorens ik het zou vergeten: met de grootste dichtheid van mooie vrouwen in gans Zuid-Amerika (en ver daarbuiten). Tussen haakjes die vaststelling zou ik gelden voor mannen, heb ik uit andere bronnen vernomen. En dat alles duidt nogmaals op de voordelen van diversiteit, zolang er maar vriendschappelijke betrekkingen zijn!

Waarschijnlijk is de opgang van dit land begonnen met het vinden van olie (in het Amazonebeken) een tiental jaren geleden. Hoewel Manta, havenstad waar we aangemeerd waren, zichzelf de wereldhoofdstad van de tonijn noemt, en hoewel ze de beste cacao en koffie telen in de laaglanden en de mooiste bloemen in de sierra’s (tussen de cordilleras), heeft de olie er uiteindelijk voor gezorgd dat elke inwoner gratis gezondheidszorg krijgt, gratis onderwijs krijgt tot en met universiteit en dat er behoorlijk veel auto’s, ook nieuwe, rondrijden. Het feit dat de benzine vijfentwintig eurocent per liter kost zal aan dat laatste ook niet vreemd zijn.

Ander markant feit is dat Ecuador als officiële munt de Amerikaanse dollar heeft. Dat heeft niet veel te maken met “vriendjes met de USA” (de president is eerder het tegenovergestelde) maar een beslissing van tien jaar geleden om de politieke klasse de macht te ontzeggen om geld te drukken (de facto devalueren) als het hen goed uitkwam! Inmiddels is er druk vanuit de politiek om dit te veranderen. Trouwens de populariteit van Rafael Correa is serieus gemilderd na de invoering van een maandelijks “leefloon” van $40 voor diegenen die, zoals wordt gezegd, “niet wilden werken”. Natuurlijk brengt dat wel wat stemmen op, zoals dat ook o.a. in België al is bewezen.

Dat brengt me bij “stemmen”. Ecuador heeft in feite stemplicht maar, in tegenstelling tot Peru (waar niet gaan stemmen een half minimum maandloon boete kost), hebben ze hier een beter systeem gevonden. Er zijn geen boetes, echter heb je voor quasi elke sociale dienst of sociaal voordeel (bv. halve prijs voor busvervoer, benzine, pensioen, reispas, e.a. …) heb je een kaartje nodig dat wordt afgeleverd indien, en nadat, je gaan stemmen bent. In feite komt het erop neer dat je niet als ingezetene burger wordt aanzien als je niet gestemd hebt. Het zal de Huaroani in het oerwoud een zorg zijn, maar voor de meerderheid van de inwoners ligt dat wel anders.

Hoewel ik er slechts een klein stukje van heb gezien, denk ik dat Ecuador in zijn geheel een prachtig en vooral boeiend land is, waarbij je als bezoeker een veelheid van interessante fenomenen tegenkomt. Het landschap – ook vanuit de lucht – ziet er enig én verrukkelijk uit. Zelfs in Quito is de verscheidenheid van mensen en klederdrachten opvallend; over het algemeen hangt er een positieve en luchtige sfeer – er is ambiance. Ik heb me laten vertellen dat de provincie Chimborazo ( waar ook de hoogste berg van de wereld staat, gemeten vanaf het centrum van de aarde!) een dertigtal dorpen telt, naar Zuid-Amerikaanse normen wellicht allemaal even groot in oppervlakte als de provincie Brabant, waarvan de inwoners zich telkens anders kleren.

We varen nu aan Columbia langszij om morgen voor Panama City voor anker te gaan. Het is warm aan de evenaar en vanmiddag werd het voor sommigen aan boord nog wat heter. Immers, er schijnt een zeemanstraditie te bestaan waarbij een “marinier” gedoopt moest worden door Koning Neptunus indien hij de evenaar had overschreden (Dat zal wel een Noordelijke traditie zijn, voor diegenen die aan de onderkant van de aarde hadden gevaren, zonder eraf te vallen). Grosso modo verloopt dat zoals een studentendoop met veel plakkerig gewrijf en gedoe, nadat ze eerst een vis op de mond hebben gekust. Een grote zalm met opengesperde muil kussen lijkt me niet direct erg smakelijk – het hoort bij de fun op het dek, aan de “swimming pool”!

Prinsendam, zaterdag 5 maart 2011

Op een boogscheut van de poort naar de Atlantische Oceaan