Blog Image

AAA - triple & cube

Amazonas Antarctica Acongagua

Diary of a Grand Voyage

Parintins – Boi Bomba Country

english Posted on 2011-01-19 03:33:40

When I wrote yesterday: “Let’s go to Carnival”, I wasn’t joking, and neither was I referring to a nostalgic longing for Rio de Janeiro. No, no, it was an announcement for “Boi Bomba”, the carnival of the Amazon Indians. They celebrate it every December but perform also for tourists during the rainy season – high season for the passer-by tourism.

Parintins is the capital of Boi Bomba. The city is an “important regional centre”, situated on the south shore of the Amazon, half way between Santarèm and Manaus. Total number of inhabitants is rumored to be around ten thousand, spread out over about one thousand square miles. For the first time did I see older people on the streets; one of them was a middle-aged man with an amputated left big toe. He obviously did not want to hide it …

Boi Bomba!! It is a breath-taking show (for performers and onlookers a like), comparable to the Rio samba shows, although it contains traditional ritual themes around bulls, dragons, storks and sorcerers. The flashy colors, the music and song, the unrelenting rhythm and passionate dancing, which make all your still functioning sensorial receptors strung to breaking point, is indescribable and not imaginable if you weren’t there. Boi Bomba is a festive gastronomic meal for all the senses, which leaves an intensive palette of tastes, even hours after leaving the table.

I have no other news today. I would have loved to upload fifty pictures to share with you all the beautiful, happy, smiling, young folks who appeared to be actors in a dynamic, swirling painting that was being created with a thousand brushes, as you are watching. Boi Bomba? A feast!

Prinsendam, Day 14 – Tuesday Jan18th, 2011

Jungle trek tomorrow with a machete-wielding Indian guide



Rondom Manaus

nederlands Posted on 2011-01-18 04:46:18

Als Manaus, zoals gezegd, elfduizend vierkante kilometer groot is, dan is “rondom Manaus” op één dag wel grote titel voor een klein stukje. Eigenlijk was het een tocht met boot en kano’s naar de jungle in en rond “Lake January”. De reden waarom het zo noemt is simpel: van februari t/m oktober is dit geen meer meer(!?) – met dank aan het wassende water van de alles-inpalmende Solimoes. Tussen haakjes, dat is de naam van de rivier alvorens ze de Rio Negro ontmoet. De samenvloeiing schuift dan tientallen kilometers op naar het westen. Als gevolg dervan wordt de Amazone in mei hier méér dan 40km breed. ’t Was dus nu of nooit.

Omdat vogelen op het handelskot in Leuven geen keuzevak was, kan ik over vandaag niet veel vertellen. Het zogenoemde meer was in feite een vogelparadijs waar de bloemen en krokodillen alleen maar dienden als decor. Dat was ook het onaantrekkelijke lot van de “vlottende huizen” waarop er in Brazilië geen grondbelasting is zolang het huis nooit op vaste grond komt: prima regeling voor de arme mensen. Aangezien elke dag van adres veranderen nogal omslachtig wordt, stelt zich wel de vraag hoe men dan op dezelfde plek kan blijven wonen? Antwoord: je zoekt een boom waaraan je jouw “ponthuis” met een koord vastmaakt! (Volgens de gids moet je er wel voor zorgen dat je de buren niet tegen het hoofd stoot, figuurlijk, zoniet wordt je “los gekapt”). Dat is het verhaal van deze tweede maandag. Op naar Carnaval!

Prinsendam, maandag 17 januari 2011, 16:18u

Pas vertrokken, stroomafwaarts naar de oceaan!

Wie vindt de alligator op de foto hieronder?

P.S. Een paar tips van de indiaanse gids voor bezoekers in spe – belangrijke praktische info over vissen – wil ik u niet onthouden.

1) Van piranha’s moet je helemaal niet bang zijn; zolang je nergens een wonde hebt, kan je lustig rondzwemmen en zijn piranha’s gewoon collega’s: zij zwemmen ook lustig rond. Weet wel dat één wondje – een bloedspoor dus, hun vraatzucht onmiddellijk aanwakkert. Op dat moment is het goed te weten welke van de 23 soorten piranha’s moeten vermeden worden. Voor de weetgierigen onder de lezers heb ik ook navraag gedaan over het “waarom”. Er zijn drie soorten piranha’s die u, bij kwetsuur – hoe klein ook, moeten aansporen om zo snel mogelijk uit het water te stappen, springen, lopen of zwemmen (dat laatste is minder aangewezen), te weten:

a) de roodbuikige piranha, waarom? – zij bijten zéér, zéér snel (hun bakkes staat niet stil!)

b) de zwartbuikige piranha, waarom? – zij zijn groot (50cm) en nemen grote happen

c) de “cachoe” (uitspreken zoals Vlaams rubber), waarom? – zij zwemmen in scholen, capiesj??

2) De inboorlingen zijn niet bang van piranha’s. Ze zijn een beetje bang van de elektrische aal en van de “Stingray” (rog). Hun grootste zorg is echter de … canjiriu (kan-zjie-ri-joe). Dit zijn dichtbij het wateroppervlak zwemmende visjes van 5cm maximaal die zich … vastzetten in het lichaam. Zij hebben ook twee “fangen”, met weerhaken, die ze uitsteken als ze eenmaal “binnen” zijn, zodat ze ook niet kunnen terug getrokken, en zo verwijderd worden. Ze zitten muurvast en vreten hun weg voorruit. Bij zwemmers kruipen ze nogal eens in de oren of de neus, soms de mond als je onder water probeert adem te halen (grapje!!). Waarom vrezen de vissers echter deze beestjes? Simpel: als ze in ondiep water uit hun boot moeten stappen omdat de netten vastzitten, of de schroef in het gras of riet is vastgelopen, loert het gevaar. En in welk gaatje denk je dat de canjiriu zich dan gaan nestelen? Eén keer raden! De enige remedie is zeer snel naar het hospitaal om opengesneden te worden! Tussen haakjes: door urine worden ze aangetrokken – vooral niet p….!!



Manaus & Surroundings

english Posted on 2011-01-18 04:40:31

If Manaus, as was mentioned, covers about 4000 square miles, than “Manaus & Surroundings” is obviously too ambitious a title for one local excursion. It was just that though: a boat and canoe trip to, and in, Lake January. The latter owes its name to the fact that between February and October, there is no lake any more, compliments of the seasonally rising waters of the Solimoes. That, by the way, is the name of the Amazon River before it meets with the Rio Negro. In May the entire forest between Solimoes and Negro is flooded. The confluence consequently moves many miles westward and the Amazon’s width increases to more than 25 miles.

Since I am not an ornithologist, there is not much that I can tell about the many birds of the Amazon. The lake itself was, in essence, a bird’s paradise where flowers and caymen (alligators) were only a fixture in the surrounding stage. On that same stage one couldn’t miss the “floating houses”: at first sight rather unattractive homes for their Indian inhabitants. The good news is that the Brazilian government doesn’t levy any estate tax as long as the house never really is attached to the land. It seems like an excellent ordinance to benefit poor people. Because changing a domicile on a daily basis is rather cumbersome, the question arises how to arrange to stay and live at the same address? Answer: you find a tree around which you fix a rope that also secures your “home float”. Make sure you don’t get into trouble with the neighbors though, because they might cut you loose!

That is the story of my second Monday on board. Let’s go to Carnival!!

Prinsendam, Day 13 – Monday Jan17th, 2011

With a 3kt push in the back on our way to the ocean (4 days away)

P.S. Let me also share a few tips from our Indian guide for future visitors. It provides important information about certain fish!

1)Don’t be afraid of piranhas. As long as you have no open wound, you can swim “your heart out” in waters where piranhas will just be colleagues. Let it be known though that one little cut – a small trace of blood – sets them aflame and makes them attack immediately. At that moment it helps (somewhat) if you know which ones of the 23 species of piranha are to be taken extremely seriously. There are three ferocious types: “confrontation to be avoided” by all means: run, jump, fly or swim (less recommended but better than to freeze).

a) the red bellied piranha, because he bites with very, very high frequency

b) the black bellied piranha, because he is very big (20 inches) en take big bites

c) the “cachoe” (catch-you) because they swim in large schools, capish?

2)The Indians don’t fear piranhas. They fear electric eels and stingrays, although these killers swim in deep waters, at the bottom. Their biggest concern is the “canjiriu” (Kanji-ree-oe). These are little creatures that love shallow waters and swim close to the surface. Measuring about 2 inches, they actually nestle within the body, and have two fangs that allow them to block the way back. Once inside, they then eat their way forward. Swimmers find them at times in ears or nose, sometimes in their mouth if they open it inadvertently (not smart under any circumstances anyway!) Why are fishermen afraid of these killer fish? Simply because, when they get out of their boats if their nets are ensnared or if the propeller has caught grass or gets stuck in other debris, danger lurks in the murky waters. What hole do you think the canjiriu seek out to penetrate? One guess allowed! The only remedy is quick surgery, otherwise death is a certainty! By the way: they are very fond of urine. Whatever you do, don’t p….!!



Samenloop van .. Reuzen: Manaus

nederlands Posted on 2011-01-17 00:13:08

Het scheelde maar een paar forse takken of we zaten nog 500km weg, in de patatten. Gisteravond juist voor zonsondergang ging er ineens een vervaarlijke vibratie door het ganse schip. Na tien minuten zei de Noorse kapitein op rustige toon: “We denken dat er een boom onder het schip gezogen is, die misschien vastzit in de propellers. We gaan stoppen en kijken”. Zelf zag ik, bij wijze van spreken, niet wat er “te kijken valt” in de bruingele, opake Amazone. Maar ja, ik ben ook geen kapitein ter zee, ik vaar enkel met de mensen mee. Uiteindelijk kreeg hij ons vlot door te manoeuvreren zoals wij wiegen met een auto die in modder of sneeuw vastzit: vol achteruit, terug vooruit, driemaal. Gelukt!

Voor de aankomst in Manaus was deze morgen om 7u de (2de) ontmoeting gepland: de Rio Negro, komend uit het Noorden, vloeit 20km voor Manaus met de Amazone samen. De Negro heeft pikzwart water (wegens weinig of geen zuurstof en wat speciale afvalstoffen) en de twee waters mengen niet. Pas na een tiental kilometer is alles terug peis en vree, één bruingele soep. Eigenlijk vond ik het minder spectaculair dan de Amazone met de blauwe Tapajós in Santarèm. Compensatie voor deze halve afknapper werd geleverd door een ongeziene stoomregen-wolkbreuk: op minder dan tien minuten stond er 5cm water op de dekken en zag je geen hand voor de ogen.

Uiteindelijk arriveerden we dan met have en goed in Manaus. Vandaag had ik een bezoek aan de stad gepland, geleid en ongeleid. Op alle vlakken is dit een “junglemetropool”, tweemaal. De stad zelf is een ware jungle en, vlak buiten de stad, waar je ook kijkt, zijn er uitsluitend groen-ommuurde watervlaktes die traag naar zee stromen. Er is geen ontkomen aan de oneindige uitgestrektheid van dit onvoorstelbare landschap. In de stad is er evenmin te ontkomen aan vuiligheid, lawaai (soms onder vorm van samba muziek), armoede, aftandsheid, … De opera en een viertal gebouwen uit de late 19de eeuw zijn de enige lichtpunten.

Voor de goede orde wat lokale informatie van de gids. Manaus is 11000 km² groot (één derde van België) en telt 2.8 miljoen inwoners. Het voetbalstadion is afgebroken om plaats te maken voor een nieuw van 40000 plaatsen voor het WK 2014; ze hebben vandaag een hotelcapaciteit (3,5 tot 5 sterren) van 1600 bedden en denken cruiseschepen voor anker te laten gaan voor het WK. Het grootste stadion in Manaus is 40m hoog en telt … 200000 plaatsen – staanplaatsen wel te verstaan. Daar wordt met Carnaval de jaarlijkse ééndaagse stoet ten tonele gevoerd. De gids voegde eraan toe dat er, sinds enkele jaren, ’s anderendaags een Gay Parade is, dat is dus op Asswednesday, zo verduidelijkte hij. Tenslotte kan je vanuit Manaus over een gewone autoweg enkel naar Venezuela: 2200km hogerop, 48 uur rijden en doorspekt met een 15-tal checkpoints tegen de drug- en wapenhandel. Als je naar andere windstreken wil is er enkel boot of vliegtuig. Kortom: een groot gat, met een paar pareltjes die de grootte van het gat alleen maar benadrukken.

Morgen ga ik op jungletocht, weg van hier, op de Rio Negro, met een boot – waarmee in deze contreien alles begint en eindigt!

Prinsendam, Dag 12, zondag 16 januari 2011, 17u

Vanuit het gapend gat in de innemende Amazone jungle



On the Confluence of Giants: Manaus

english Posted on 2011-01-17 00:12:11

Only a few branches separated us from arriving here this morning or being stuck 300 miles downriver. Yesterday, just before sundown, the ship vibrated top to bottom and the engines seemed to shriek. After ten minutes the captain explained in a calm manner, that they thought a big log had been sucked under the hull and might be stuck in the propellers. He was going to stop the vessel and have a look. Personally I didn’t “see” – so to speak – how anyone could have a look in or through this brown-yellowish, opaque Amazon brew. Within half an hour he had it all solved by maneuvering the ship, just like we bob our car when it is stuck in mud or snow: full reverse, and forward, three times and … all systems go!

Before we were to arrive in Manaus, the 2nd encounter of the waters was programmed at 7am. The Rio Negro, tumbling down from the North, joins the Amazon main river 12 miles before Manaus. The Negro has ink black water (due to lack of oxygen and special compounds) and the two liquids do not mix readily. Only after ten kilometers of flowing “decreasingly alongside each other” do they become one stream: a brown-yellowish soup, of course.

All told, I didn’t consider it as spectacular as the confluence of the Amazon with the blue Tapajos in Santarèm. The compensation for this half disappointment came as a steamraincloudburst, , until today, unseen by me. In less than ten minutes the decks were covered by 1 inch of water, and you couldn’t see the fingers of your outstretched hand. A primordial deluge it was! That didn’t impede our subsequent docking at the Manaus floating dock, on time.

I had planned a visit of the city today, partly guided and partly by myself. From all angles this is, in summary, a jungle metropolis, twice over. The city itself is an unabridged jungle while, at its outskirts, in whatever direction you choose to look, you find enormous green-walled freshwater flats that hurry, very slowly, towards the far away sea. There is no escaping the infinite expanse of this unimaginable landscape. In the city though you cannot escape the dirtiness, the disorder, the noise (sometimes disguised as samba music), and in some sections the utter poverty … The operahouse and four buildings, dating back to the late 19th century are the only bright spots.

To round it out then, a few factoids from our guide: Manaus has just under 3 million inhabitants in a city area of about 4200 square miles (11000 km²). There is NO soccer stadium anymore because they are building a new one with 40000 seats for the FIFA 2014 World Cup. Note though that the biggest stadium in Manaus rises to 130ft high and “seats” 200000 fans, as long as they stand up! That happens one day a year at Carnival, for the Samba Dancers Parade. He added that they also organize, since a few years, a Gay Parade, on the following day, which he described as “Asswednesday”. Finally, by road Manaus is only connected to Venezuela. The highway is 1400 miles long and runs due North. It takes 48 hours to reach the border and it is dotted with fifteen police checkpoints against drug and weapons trade. If you want to travel in other directions from Manaus, you may choose between planes and boats. For short: it is a big hole in the wilderness, with a few pearls that emphasize the size of the hole!

Tomorrow I escape to …. the jungle, on the Rio Negro, by boat – which, in the neck of these woods, is the beginning and the end of all things!

Prinsendam, Day 12 – Sunday Jan16th, 2011, 1800hrs

From a gaping hole in the imposing Amazon jungle



Boca de Valeria, Broussil

nederlands Posted on 2011-01-16 03:52:38

Op de kaart is het niet te vinden, tenzij je een gat in je kaart kan vinden … Op Google Maps vind je natuurlijk alles: 2°30’S en 56°30’W, op een goede 500km van Manaus. Het is nu 11u, 30°C en er waait een aangenaam briesje.

Om 7u vanmorgen – het daagde pas want de kapitein had gisteren de scheepsklok nu eens terùggedraaid – verraadde het lawaai van de “thrusters” dat we zijwaarts laveerden, en dus aan de landing begonnen waren. Ik dacht om tegen elven aan wal te gaan maar het spek-met-eieren ontbijt gaf me genoeg energie om mijn verstand te gebruiken: hoe later hoe warmer, en hoe meer kans op regen. Dus: snel weg wezen.

Om 8u zat ik in de sloep naar het vasteland. Het woordgebruik is niet per se verkeerd want de term “oever” lijkt me wat onnozel in de context van de Amazone. Wij zijn nu meer dan 1000km de rivier opgevaren en ze versmalt niet. De oppervlakte van België is wellicht veel kleiner dan het wateroppervlak van de Amazone tot en met Manaus. En het is nog verre van hoog water; dat maximum komt pas in mei.

Boca de Valeria, aangekondigd als een “halte in het oerwoud”, is een dorp van 80 mensen. Welnu, van die tachtig inwoners zagen we er al direct zes in een kano, die aan de open deur van onze tender lag heen en weer te klotsen, vlakbij de monumentale Prinsendam, op een kilometer van het land. De zevende (81ste in het dorp?) zat in de buik van de jonge dame die, op de rand van het kleine kanootje laverende, haar kleurrijke kralen te koop aanbood. In de loop van de voormiddag groeide deze vloot aan tot vijf kano’s die, Darwin indachtig, elk voor zich vochten voor de eerste en beste plek naast onze overzetbootjes. Doden of gewonden zijn er, bij mijn weten, niet gevallen.

Mijn beeld van Santa Claus, waarnaar ik gisteren refereerde, kan ik beter inslikken. Na het schouwspel dat we te zien kregen, is het een beeld dat te cynisch en te komisch overkomt. Aan de groene “kade”, met de groene bomenmuur erachter, stond het ganse dorp, alle kinderen voorop, ons op te wachten. Als ik zeg dat het beeld van Santa Claus te cynisch is, is dan is het omdat die jonge jongens en meisjes je meteen vrolijk en dwingend de hand willen geven om met hen naar het dorp te wandelen. Cynisme pas daar niet bij. Als ik zeg dat het beeld van Santa te komisch is dan is het omdat hun lachende en luidruchtige verwachting niks komisch heeft: het is allemaal echt, en soms – voor mij althans, moeilijk om dragen.

Oude mensen heb ik in Boca niet gezien. Het lijkt erop dat vijftig al het graf voorbij is. Ik kan er alleen maar naar raden. De verhouding van de “ouderen” (20 tot 40) tot kinderen van minder dan 10, moet minstens een factor zes bedragen. Het krioelt er van “klein mennekens”. Sommigen van die gastjes proberen zeer doelbewust en expliciet te behagen, hetzij door enthousiast te doen, hetzij door het showen van hun kunstjes met allerlei beesten (aapjes, schildpadden, een kleine boa-constrictor, papegaaien, etc ..). Anderen staan er dan weer beteuterd bij, hetzij jongens met een dier en een lang, onbegrijpend gezicht, hetzij meisjes uitgedost in “traditionele pluimen en aanverwante” die zich ingekeerd afvragen waarom ze op straat voor vreemden moeten paraderen …

Aan de kade was het overvol. Naarmate de stoet verder trok – ik dacht aan de rattenvanger van Hameln – brokkelde het aantal aanhangers af. Sommige passagiers konden het fysiek niet aan, anderen bleven bij stalletjes of kindmodelletjes staan. De doodeenvoudige dorpskerk stond wat omhoog. In tegenstelling tot de andere huizen, die zondering op 2 à 3 hoge palen staan, rustte ze op een betonnen fundering met vijftien trappen.. Ik ben de trappen opgegaan. Een Amerikaanse madame sprak me aan met “Cool, isn’t it?”, en ze meende het letterlijk. Ik vond het ook “cool”, ondanks de witte plastieke stoelen hing er een sfeer van gedeelde blijheid. Aan het altaar hing een wit doek met “Feliz Natal” erop gedrukt in dansende regenboogkleurige letters. Bij het buitengaan, en op de uitheemse bezoekers neerkijkend, schoot “Fetisj Naval” door mijn hoofd. What’s in a name?

Geld geven voor een foto is, zegt de brochure, uit den boze. Zo creëer je direct een giereneffect. Je kunt het hen niet kwalijk nemen: plots verandert het opgezette sprookje in de harde realiteit; dit alles kadert in een overlevingsstrategie. En toch, blijven ze vriendelijk. Ze zullen Spinoza wellicht niet gelezen hebben maar het lijkt er sterk op alsof de “Natura naturata” op hun lijf geschreven is. Een 80-jarige Noor die gisteren naast mij op de Piranha boot zat, was er ook. Het nemen van foto’s doet wat pijn aan het hart zei hij, en wreef over zijn borstbeen. Ik dacht en voelde er net zo over, antwoordde ik. Méér was er niet meer te zeggen.

Prinsendam, zaterdag 15 januari 2011

In een soort paradijs op 2°N bij 56°W



Boca de Valeria, An End of A World

english Posted on 2011-01-16 03:48:07

On a normal map you will not find it, unless you could find a hole on it… Of course, on Google Maps you find everything, such as 2°30’ South by 56°30’ West, about 350 miles from Manaus. It is overcast but has not been raining for a while; at 90F that rain would, they say, be welcome.

At 7am this morning – dawn had already arrived because yesterday the captain had decided to turn the clock back one hour – the noise of the thrusters gave away that we were moving laterally, which means that we were had started our landing, somewhere out of the center of the river. I had planned to go on land by eleven but, after a mouthful of bacon and eggs, I had gathered enough energy to think this through, rationally: later meant warmer and warmer meant more chance for rain. I decided to pack and go.

At 8 the tender was shuttling me to the shore. Think of the Amazon shore as a coastline because, even more than after 600 miles, this giant river has not gotten any narrower. To think that maximum water levels come by the end of April, one cannot even start to imagine its size.

Boca de Valeria, was branded a “stop in the jungle”; it is a village of 80 people. From these eighty inhabitants we immediately discovered six, bobbling in their little canoe off the open door of our tender that was still moored at the Prinsendam’s lower deck exit, about a mile out of the shore. As a matter of fact, the seventh person was hidden in the tummy of the young lady who, balancing on the rim of her canoe, was peddling colorful necklaces. With the passing of time, more floating vendor families arrived; I counted five and, confirming Darwin’s ideas, they were fighting at every tender departure to have the first, and best, place to get to the visitors from afar.

The reference that I made to Santa Claus yesterday, I’d like to withdraw. After the spectacle that I witnessed, it is a rendering that is too cynical and too comical as well. Indeed, at the green inlet, with green tree wall behind it, the entire village had emptied to greet us – all the children in front, the boys nervously inquisitive and the girls shyly giggling.

When I state that the image of Santa Claus is too cynical, it is because these youthful boys and girls merrily gather around the landed visitors, taking them unceremoniously by the hand to walk them along the only path to the village. Cynicism doesn’t fit that quasi-bucolic picture. When I state that the image of Santa is too comical, it is because their enormous and boisterous Expectations have nothing comical. It is all very, very real. It is when the tourist and the person in me have difficult conversations.

Old people are nowhere to be seen. Since I do not think that there are a lot of senior citizens’ homes around this neck of the woods, I assume that they are in loftier spheres (and I don’t mean traveling the world on a cruise ship either!). Around here youth is king, and little princes dominate. I wouldn’t be surprised if the ratio between say 20-40 year olds, on the one hand, and 0-12 year olds on the other, is at least five to one. It is a stunning fact.

Some kids, usually boys, try to please, explicitly and purposefully, be that by their loud enthusiasm or by their tricks with all kinds of animals (monkeys, turtles in various sizes, a small boa constrictor, parrots, etcetera). Others, girls mostly, give a shy impression as they have to showcase traditional garb, plumes included and seem to wonder inside why they have to parade for all these strangers…

The landing area is packed when a sloop arrives. As the procession moved inland – not unlike the Pied Piper – the numbers dwindled quickly. Some of the passengers couldn’t muster the terrain or missed energy, others just hung around the first stalls with handicrafts. As I went on, I caught a very simple wooden church, somewhat elevated, but not on poles, as the rest of the village, but on a concrete foundation with 15 steps leading to its entrance. I climbed them and ran into an American lady. “Cool isn’t it?” she volunteered and she meant it, literally. I thought that it was cool as well: notwithstanding the white plastic chairs, an atmosphere of shared joy emanated from the altar. Above it hung a white rectangular cloth with “Feliz Natal” printed on it in dancing, rainbow-colored letters. As I left, looking at the visitors on the path below, 3Fetisj Naval” flashed through my head. What’s in a name?

Giving money in exchange for a picture, the brochure says, is not a good idea. In that way you create a vulture-effect. It is true too, of course. You can’t blame them though. All of sudden the scripted fairy tale changes into harsh reality: it is all part of a logical survival strategy. And yet, they all stay friendly! Presumably, they are not familiar with Spinoza but there is no doubt that they exemplify the “Natura naturata” to the tee.

An 80 year old Norwegian, whom I had acquainted yesterday on the Piranha boat, was also part of my platoon. Taking pictures here doesn’t sit well with my heart, he said, and moved his hand up and down his sternum. I thought and felt the same, I replied. And we saw eye to eye.

Prinsendam, Saturday January 15, 2011, 1600hrs

In a Kind of Paradise at 2°N by 56°W



Santarèm, 1ste Ontmoeting van de Waters

nederlands Posted on 2011-01-15 04:26:14

Half elf, “s avonds, en nog geen jota geschreven. Het is lang geleden dat ik nog onder druk heb gestaan om te produceren. Tijd heeft vele gezichten! Hier gaan we.

Het moge duidelijk zijn dat ik de strijd met de piranha’s gewonnen heb. Straffer zelfs, ik heb hen opgegeten, en niet omgekeerd. In totaal hebben we er in Lago Maica 4 gevangen, twee rode, één zwarte en één boorling, die te klein was om zijn kleur te bepalen. De “specialist” van onze boot heeft ze gegrild en “verkorreld”; daarna hebben diegenen die avontuurlijk genoeg waren, de vis opgepeuzeld. De smaak had karakter, vond ik. Toen alles op was, verklapte de gids dat dit de Braziliaanse viagra was. Ik kan jullie vertellen dat het voor een oude Nerviër niks voorstelt.

Wij waren dus in Santarèm, 300000 zielen, een junglestad waar de waters van Amazone en Tapajós samenvloeien, zij het dat ze – in tegenstelling tot wat wij ons voorstellen bij een samenvloeiing, slechts na tien kilometer ook echt mengen. De scheidingslijn tussen het bruine, ziltrijke Amazonewater en het blauwe, zuurstofrijke water van de Tapajós is overal duidelijk zichtbaar. De zoetwaterdolfijnen zijn dat ook, maar ik heb ze nog niet op de gevoelige plaat kunnen vastleggen. Uitgesteld is niet verloren! Een iguaan heb ik wel gekiekt; dat is veel makkelijker omdat hij blijft liggen. Daar is de kunst echter om hem tussen al het geblaterte te ontdekken. Gelukkig wist onze gids waar hij moest kijken!

In de omgeving van Santarèm, waar ik een ganse namiddag met de boot ben rondgevaren, staat de tijd stil, en zijn de mensen straatarm – letterlijk. Er is geen straat, enkel een vuile waterweg. In de fotoselectie heb ik een “huis” opgenomen dat op één uur varen, met een motorboot, van Santarèm staat. Voor dat huis lag een sloep zonder motor. Vaders en zonen vissen gezapig met die sloepen, en moeders waren er in het binnenland niet te bespeuren.

En toch, en toch zijn er heel, heel vele lachende gezichten, zijn de mensen overwegend vriendelijk, hulpvaardig en praterig. Een smeltkroes van klein en groot, jong en oud, blank en zwart en alles wat ertussen ligt, en nog veel meer, is het allemaal. Ik wil wedden dat Prozac hier niet populair is; de buren en de vrienden zijn het des temeer! De grenzen van menselijkheid zijn schier onzichtbaar, verborgen – misschien – achter oevers die soms tientallen kilometers ver weg liggen. Onmetelijk en onvatbaar is de Amazone.

Morgen is het een rustige dag. We stoppen om 8u in de ochtend in Boca de Valeria, met “tender service”, op één dagreis van Manaus. Volgens ingewijden is Boca een dorpje met 75 inwoners. De kinderen, in traditionele klederdracht, wachten op Santa Claus, verkleed als Amerikaan: een geïnverteerde inversie die er mag zijn!

Er is veel dat ik nog moet schrijven: over tijd, over zeeën en rivieren, over Spinoza. Het zit al in mijn hoofd en staat, fragmentarisch, in mijn kleine, zwarte notitieboekjes … mañana is een toverwoord dat niet verslijt! Wij varen nu met de twee grote schijnwerpers, aan weerskanten van de brug, op volle wattage zodat, dixit de kapitein, we de kleine bootjes (zonder radar) tijdig opmerken! Morgen zien we verder …

Prinsendam, vrijdag 14 januari 2011, 23u30

Op de ontzagwekkende Amazone



Santarèm, Brazil

english Posted on 2011-01-15 04:24:07

Eleven thirty, in the evening, and I still have to start the day’s story. It has been quite a while since I have experienced this amount of pressure to deliver! Time has many faces. Here we go.

For starters, it will be obvious that I have been victorious in my battle against the piranhas. Better even, I ate them, and not the other way around! All told, we caught four of them in Lake Maico: two red ones, one black one and one baby that was too small to determine its race. Our on board specialist did put them on the grill and turned them into grainy pellets. The most adventuresome amongst us have tasted it. It had “character”, some kind of spiciness, without being hot. When we had eaten our portions, the guide let out a little secret: this was the Brazilian Viagra. I can assure ye’ all that this Belgian – descendant from those that beat the armies of Julius Cesar (once), wasn’t impressed, nor affected in any way or another.

Meanwhile we are in Santarèm, 300000 souls, a jungle town where the waters of the Amazon and the Tapajós come together, albeit – contrary to what we would generally assume, these rivers only mix after 8 miles. The separation between the silt-rich, brownish Amazon water and the blue, oxygen-rich waters of the Tapajós, is easily discernable. That applies also to the dolphins, but the latter have, so far, avoided my photographic eyes. Postponed is not foregone! I did catch an iguana though. That is, admittedly, a lot easier because he just stays put, lazy and uninterested. The challenge here is to discover it amidst the leafy river shores. Our guide, luckily, knew what to look for, and where to find it!

Around Santarem, where we crisscrossed the waters by boat all afternoon, time stands still and people are dirt poor. In the pictures I have selected a typical “homestead”. It is situated one hour by motorboat from Santarèm, with nothing in between. You will notice that in front of the house there is just one rowing boat: fathers and sons fish at their leisure on the surrounding rivulets, while mothers and daughters were nowhere to be seen.

And yet, there are lots and lots of happy faces, the air is filled with joyful laughter. In general people are friendly, empathic and talkative. A melting pot of small and tall, young and old, white and black and everything in between, and more – that is the Amazon. I‘ll bet that Prozac is not very popular; neighbors and friends fill every gap! The frontiers of humanness are nigh invisible around here, hidden perhaps behind the shores, barely discernable in the distance, miles and miles away. Immeasurable Amazon, beyond our western grasp.

Tomorrow will be “at ease”. We stop at 8am in Boca de Valeria, one day away from Manaus. They plan a “tender service” again. According to the experienced travelers Boca is an Indian village with about 80 inhabitants. According to the same sources, the kids, in traditional dress, await Santa Claus, dressed up as an American: an inverted inversion so to speak.

There is still la lot to write: about time, about seas and rivers, about Spinoza. My little black notebooks contain slivers of thoughts. They just ought to be structured and written down. Mañana is a magic word that never fails!

Prinsendam, Friday January 14, 2011, 2345hrs

In the middle of the ever flowing, ever imposing Amazon



Macapà, Monding van de Amazone

nederlands Posted on 2011-01-14 04:31:43

Vanochtend om 5 uur werd ik wakker; ik vermoed dat een verandering van het wiegritme daarvan de oorzaak was. Het is vanzelfsprekend dat de prostaat er niet om treurde. We hadden inmiddels een kleine zijarm van de Amazone bereikt want we zouden aanmeren in Santana, een stadje 20km verder dan Macapà. Nu ja, stadje, het betekent wel 100000 inwoners.

Laat ik eerst iets over aardrijkskunde vertellen, dan is dat uit de weg. Macapà telt 500000 inwoners, ligt pal op de evenaar, en is de hoofdstad van Amapà, de meest Noordoostelijke staat van Brazilië. Volgens de gids ongeveer even groot als België en Nederland tezamen. Ik was wat verrast door die vergelijking. De Benelux wordt niet alle dagen als maatstaf voor uitgestrektheid gebruikt. Mijn verbazing kreeg een andere dimensie toen hij er laconiek aan toevoegde: “dus iets kleiner dan Frankrijk”.

Via Google Maps heb ik het op een 130000km² geschat. Daarvan is ongeveer 85000km² primair en ongerept oerwoud. Slechts 2% van het oerwoud is gerooid, een Braziliaans record. Autowegen zijn, buiten Macapà, onbestaande. Het gebied is trouwens zo geïsoleerd dat er geen Engelstalige gidsen zijn. Die komen van de dichtstbijzijnde stad, Belèm, aan de andere oever van de Amazonedelta, op 300km afstand. Praktisch gezien neemt de reis één dag boot in beslag, of 40 minuten vliegen.

Het klimaat is equatoriaal. De temperatuur varieert quasi altijd (impliceert eveneens dag en nacht) tussen 24°C en 36°C. Er zijn twee seizoenen: het regen- en het droge seizoen. In het eerste geval regent het altijd (dec – jun), in het laatste regent het elke dag, dixit Alvaro, onze gids. Het verschil zit hem in hevigheid en duur. Het droge seizoen kent hevige buien van 5 minuten, het natte langere perioden van dagelijkse regen.

Ik stel vast dat deze uitleg een groot stuk van mijn normaal dagelijks volume heeft ingenomen! Ad rem dan maar! Om 8 uur was alles in orde om van boord te gaan. We zouden de “Highlights van Macapà” bezoeken, t.t.z. het “Fortaleza de São José de Macapà”, de lokale Inheemse Ambachtelijke Boetiek, het openluchtmuseum Sacaca en de “Monumento Marco Zero”.

Over deze toeristische trekpleisters kan ik kort gaan: behalve in Sacaca viel er niet veel te rapen. Om eerlijk te zijn, in Sacaca hing het fruit ook wel aan de bomen, en dus evenmin te rapen. Plukken had de gids eveneens verboden. Wat ik er wel opgepikt heb is de enorme variëteit aan exotisch fruit dat hier groeit, en in Europa ongekend is.

“Aisa”, een zeer kleine zwarte bes met grote zaadjes en weinig vocht-per-bes, wordt momenteel gegeerd door de grote voedings- en farmaceutische industrie omdat het enorm veel anti-oxidanten bevat. Een toverdrank waaraan ze de levenslustige Westerlingen maar al te graag verslaafd zouden maken! Trouwens wordt de meeste bloem hier gemaakt van … maniok! Zoals de ouderen onder ons op school hebben geleerd, behoorde maniok ook tot het basisdieet van onze zwarte vriendjes in het verre Congo. Zo zie je maar dat alles altijd samenkomt – als er maar genoeg elementen zijn.

Welke lessen hebben we vandaag nog geleerd?

De eerste les was dat je hier niet snel een kiekje kan nemen, ik bedoel hier met het fototoestel, wel te verstaan. Mijn eerste foto van een Panamees schip dat houtsnippers aan het laden was, kwam er niet uit … aangedampte lens, en niet zo’n klein beetje! Hetzelfde euvel stelt zich ook met verrekijker en brillen. Als je uit een gekoelde plek naar buiten stapt, moet het glas “acclimatiseren”. In Amazonas duurt dat toch snel enkele ongeduldige minuten. Dat probleem zal zich, wat de bussen betreft, vanaf morgen niet meer stellen want stroomopwaarts is airconditioning in de lokale bussen of boten geen optie. Voor de fotograaf en de “verderkijker” is dat mooi meegenomen. Het toont nogmaals aan dat er aan elke medaille twee kanten blijven, ongeacht of je aan de evenaar dan wel aan de Zuidpool staat (ik hoop dit binnen exact één maand te kunnen herbevestigen).

Een tweede les had te maken met wateren, het werkwoord. Ervaringsdeskundigen stoppen niet met te benadrukken dat je veelvuldig moet drinken, liefst water. Welnu, er bestaat een techniek om ervoor te zorgen dat dit water niet snel daar loopt waar water altijd vanzelf naartoe loopt. (Voorde moeilijke verstaanders: naar beneden!) Tenslotte is het de bedoeling dat dit water het lichaam hydrateert, zonder direct de ingedommelde prostaat wakker te schudden! Hoe gaat dit in zijn werk? Je neemt een slok water en laat dit onder je tong glijden, waar je het wat heen en weer wiegt alvorens het door te slikken. Dus niet klokklokklokklok maar wel slok—slok—slok—… Ik heb het geprobeerd en ben met het resultaat niet ontevreden.

Een derde les betreft de taal. Uiteraard is een dag te kort om de indigene taal te leren. In deze staat, Amapà dus, kan je daar echter wel snelle vorderingen maken. Het viel me op dat alle inheemse woorden voor planten en dieren (dus niet Braziliaanse of Portugese termen) bestaan uit eenvoudige lettergrepen als daar zijn: ma, ca, pa, ba, sa, si, sai, bo, oia, po, ga, li, bi, waia, pi. Deze reeks is niet volledig maar snelle wiskunde leert me dat je daarmee al duizenden woorden van twee, drie of vier lettergrepen kan vormen die men in Amapà verstaat. Het enige probleem is dat je zelf wellicht niet hebt begrepen wat je gezegd hebt, en dat kan soms wel vervelend zijn.

Daarmee is het belangrijkste van vandaag verteld, op een paar mijmeringen na. De eerste betreft het feit dat ik blij was om nog eens wat straten te zien met wat vrouwelijk schoon. Niet verwonderlijk, hoop ik toch! De tweede is eigenlijk veel te complex om hier op een habbekrats uit de doeken te doen. Deze mijmering betreft een poëtische impressie in verband met het spanningsveld tussen de zee en de rivier, tussen de Atlantische Oceaan en de Amazone.

Zelf vind ik het ontroerend mooi maar heb momenteel geen calorieën op overschot. Ik kom er morgen zeker op terug, tenzij … de geplande Piranha Fishing erg zou tegenvallen, maar daarover maak ik me eigenlijk (vooralsnog) geen zorgen.

Ach ja, ik stond ook op de “Marco Zero”: met één been in het noordelijk halfrond en één been in het zuidelijke. Het geeft een eigenaardig gevoel tussen de benen, moet ik toegeven. Terwijl we het bruine water stroomopwaarts doorklieven, wou ik nog even kwijt dat er dagelijks nog een andere congregatie op het schip vergaderd. Het zijn de “Friends of Bill W”. Als iemand weet wie dat mogen zijn, laat het mij weten! Ik ga alvast morgen mijn eigen licht opsteken!

Prinsendam, donderdag 13 januari 2011, 19u

Santarem, here we come!



Macapà, Brazil

english Posted on 2011-01-14 04:27:10

This morning at 5am I woke up; I suspect that it had to do with a change in the rhythm of the ship. Obviously, my aging prostate didn’t really mind either. It looked as if we had taken a turn into a tributary of the Amazon to dock in small a place called Santana, about 15 miles beyond Macapà. Small, in this case, means 100000 people.

Before moving on, let me dwell a minute on geography. Macapà has half a million inhabitants, is situated smack on the equator and is the capital of Amapà, the northernmost state of Brazil. An estimate, based on Google Maps, shows the state to be about 60000 square miles, of which 70% is primary, virgin jungle; only 2%of its native forest has been cut, a Brazilian record. Roads are virtually non-existent. The area is so isolated that there are no English-speaking guides. We had people from the nearest city, Belèm, on the southern bank of the Amazon delta, 200 miles away. That translates into a boat trip of 1 day, alternatively a flight of 40 minutes.

The climate is – what else did you expect? – equatorial. The diurnal temperature fluctuates between 24 and 36°C (72 – 96F). There are two seasons: a rainy season and a dry one. In the former it rains all the time (dec-jun), in the latter it rains every day, dixit Alvaro, our “branco” guide (whose English is exemplary). The difference, he says, is expressed in terms of intensity and duration. The dry season sees intense downpours of 5 minutes each; in the wet season the daily showers lasts longer and are more frequent.

Rather hen going overboard on factual data, I better turn to the remarkable events of the day! Well, around 8am all was ready to leave the ship and transfer to the city. We would visit the “Macapà Highlights”, that means: the “Fortaleza de São José”, de local indigenous Art(esinal) Market, the open air museum Sacaca and the “Monumento Marco Zero”.

Apart from Sacaca, there is not a lot to bend over for. To be honest, in Sacaca the fruit was hanging high and, consequently, bending over to get it was not productive either. Moreover, stretching to pick it off the branches was formally forbidden, as well. Anyway, there was an enormous diversity of exotic fruits, which are unknown in North-America or Europe. “Aisa”, for instance, is a small black berry with a lot of big seeds inside and precious little juice. However, these days it is feverishly chased by big international food- & pharmaceutical industries because it contains an inordinate amount of anti-oxidants. They would love to make a multitude of life-craving Westerners druggily dependent on this elixir, and reap the profits!

Which lessons did I learn today?

The first one, chronologically speaking, was that it is impossible to just point-and-shoot! I am taking photography here. My first picture of a Panamanian freighter that was loading wood chips off our stern was not exactly what I expected. It turned out a little steamy, to say the least! Condensation was to blame, and it wasn’t just a thin layer! Binoculars and reading glasses suffered the same ailment. Leaving any kind of cool place requires acclimatizing, and that applies to all bodies and materials. For glass you should count on a few minutes in Amazonas. With regards to getting out of busses, the problem has been solved: from here on, there will be no more air-conditioned buses along the Amazon! It will be sweaty but you can point-and-shoot at your leisure. As always, whether you are at the Equator or at the South Pole, every medal has two sides (I hope to reconfirm that within exactly two months).

The second lesson has to do with water. Rain forest experts don’t stop emphasizing that one has to drink a lot, preferably water. They claim that there are drinking techniques that assure that the water doesn’t run too fast in its natural direction – downward that is! Indeed, the purpose of the exercise is that the water hydrates the body and not that it wakes up a sleepy prostate. How do we accomplish this? Simple: you take one small mouthful of water, let it glide underneath your tongue, where it bobbles a few times from one side to the other, before you swallow it. In other words it is not cluckcluckcluckcluck but rather cluck—cluck—cluck—cluck. I have tried it and am not unhappy with the result. (And my prostate had a quiet, sleepy afternoon as well)

The third lesson has to do with language. Obviously, one day is too short to learn an indigenous language, isn’t it? Well, in the state of Amapà, one can make real quick progress. My attention was drawn to the fact that all local words for plants and some animals (not the Brazilian of Portuguese names) can be reduced to combinations of simple syllables, such as: ma, ca, pa, ba, sa, si, sai, bo, oia, po, ga, li, bi, waia, pi. This series is not exhaustive but quick & dirty math tells me that by combining them into two, three or four syllable words, you can already construct a few thousand words that people of Amapà will understand. The only problem is, most likely, that you yourself might not understand them which, at times, can be somewhat annoying.

These observations summarize the events of the day, apart from a few lingering subconscious sentiments. For starters I felt relieved, happy or otherwise joyous, to finally see a street filled with youthful female charm, and comparable attractive attributes. No surprise, I hope?! The second is, in fact, too complex to explain in the time that I have left here (it is already almost midnight). It concerns a lyric impression regarding the tension between sea and river, Atlantic Ocean and Amazon.

Personally I find it quite moving but I lack the energy, at this moment, to delve into it. I will revisit the subject tomorrow unless … the planned Piranha Fishing would end in disaster but, for now, I won’t worry about that either!

Ah, I almost forgot! I stood also across the Equator, “Marco Zero”: one leg in the southern hemisphere and one in the northern. I have to admit that it creates a somewhat strange feeling between the legs …

Prinsendam, Tuesday January 13, 2011, 2345hrs

Towards the First Meeting of Waters, in Santarem



In de Monding van de Amazone

nederlands Posted on 2011-01-13 03:25:07

Gisteravond kregen we, na het geslaagde bezoek aan het wilde eiland, wild op ons bord. En het was uitstekend. De tafelgesprekken tussen de 5 tafelaars zijn doorgaans redelijk geanimeerd en bestrijken zeer uiteenlopende onderwerpen. Omdat de toch wel hinderlijke ruwheid van de zee niet ophoudt, kwamen we op de ITCZ. In gewone taal (nou ja, wat is gewoon) is dit de Inter-tropische Convergentiezone. Dat is de zone waar de NO passaten en hun collega’s van het zuidelijke halfrond (de ZO passaten) elkaar “ontmoeten”. In het evenaargebied zorgen deze niet-aflatende winden ervoor dat opgestuwde waters botsen en klotsen. Terloops zei iemand dat er op het schip ook dagelijks een bijeenkomst van de LGBT werd gehouden. Omdat LGTB ook een acroniem van vier letters is.

Slechts één tafelgenoot wist wat achter deze vier letters schuil ging: Lesbians, Gays, Bisexuals & Transsexuals. Naar verluidt vergaderen ze elke dag om 16u in een hoekje van het Crow’s Nest – daar waar ik af en toe Spinoza lees, en van een Pina Colada sip. Ik herinnerde me vaag daar reeds een groepje oude mensen – het tegenovergestelde is statistisch quasi-onmogelijk – gezien te hebben op één van de namiddagen dat ik er aanwezig was, uiteraard zonder er acht op te slaan. Een man of acht, tien misschien waren het. Gegeven de “heterogene” samenstelling en transcendente verschijningsvormen van de LGBT zou ik beter “een mens of acht, tien” geschreven hebben. Terwijl dit onderwerp in onze groep werd gegooid, gretig opgepakt en kwistig besproken, wist er iemand te vertellen dat er eveneens SS bijeenkomsten georganiseerd waren. Dat belooft, SS en LGBT, dacht ik zo, en besloot me beter te informeren.

Toen ik op mijn kamer terugkeerde, keek ik dus in de dagelijkse Explorer, de gebeurtenissen-gazet. En ziedaar: 4pm LGBT Gathering, Crow’s Nest, 12, portside. Een beetje hoger in de lijst vond ik ook: 3pm, Singles & Solos Meet for Tea, La Fontaine Dining Room, 7. In de voorafgaande conversatie aan tafel was al uitgelegd dat “Solos” op mensen sloeg die gehuwd waren maar alleen reisden (en dus niet naar specifiek seksueel gedrag refereerde, waarvan akte). Thee is, met voorbehoud voor Verbena thuis voor het slapengaan, niks voor mij en, eerlijk gezegd, SS meetings waarin ik, met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid, de jongste pretmaker ben, bekoren mij evenmin. Dus, geloof het of niet, ik besloot voor ik gisteravond het bed inkroop, om een bezoekje te brengen aan het Crow’s Nest, 12, om 16u bij de LGBT’s.

Vandaag zou een trage dag worden, letterlijk en figuurlijk. Om 15u zouden we de “Amazon Barrier” oversteken: dat was hét hoogtepunt. Immers, dat kon enkel bij hoog water met 2 meter overschot onder de kiel van het schip via een heel smalle vaargeul, waar we heel traag door moesten. ’t Heeft lang geduurd, en het zal wel veel manoeuvreerkunde gevergd hebben, maar ik kan melden dat het voor 100% is gelukt. Vlak voor de doortocht had het, voor de eerste keer op deze reis, overdag, plots en zwaar geonweerd. Vanuit de fitness zaal zag ik ineens dikke, dikke, lange pijpenstelen uit de hemel vallen, miljoenen kamikazecilinders vol water, die zich, telescopisch, op de grond te pletter storten. Een schouwspel dat we ongetwijfeld dagelijks zullen meemaken.

Nochtans begon deze trage dag niet optimaal. Toen ik opstond lag er een brief van kapitein Halle Thon Gundersen in de bus. Hij vroeg om de volgende tien dagen zeer spaarzaam om te gaan met het water aan boord. Immers, wegens al het zilt en sediment in het bruine Amazonewater waren de evaporatietoestellen van de Prinsendam niet in staat om het water te “processen” (en drinkbaar water te maken, zoals op volle zee gebeurd). Omdat de zee nog steeds ruw was, plande ik om eerst te ontbijten en wat te werken in mijn hut, en de fitness naar de (trage) namiddag te verplaatsen.

Wat bleek in de loop van de voormiddag? De “sjas” (chasse?) van mijn toilet – vergelijkbaar met die in een vliegtuig – werkte niet. Spijtig genoeg kwam ik dat te weten, toen het onheil reeds geschied was… In de vage en, toegegeven, irrationele hoop dat het euvel zich vanzelf zou oplossen, was ik buiten op het dek wat gaan lezen. Bij mijn terugkeer bleek die hoop inderdaad ijdel geweest te zijn. Terwijl ik alvast bedacht hoe ik ging uitleggen dat ikzelf niks verkeerds of ongebruikelijk had gedaan, belde ik naar “Housekeeping”. Denise nam voois op en stelde me direct gerust: “It is a general problem, Sir. And our engineers are working on it, Sir”. Oef! Even vroeg ik me af wat er zou gebeuren als de ingenieurs het niét konden oplossen? Zou de kok of de dokter dan moeten ingrijpen? Ook hier kan ik melden dat er, goddank, geen belet meer is!

Daarmee ben ik uitgepraat. Of toch niet! Ik ben inderdaad vanmiddag naar het Kraaiennest getogen. De drink-of-the-day was een “Tropical Cable Car”. Met die eretitel werd hij vandaag een dollar goedkoper. Proberen maar! Niet echt om over naar huis schrijven.

Morgen gaan we aan land, in Macapà, Brazilië.

Prinsendam, woensdag 12 januari 2011, 19u

In de monding van de Amazone

(Tussen haakjes, de kaarten zijn afkomstig uit de Smithsonian Atlas of the Amazon)



« PreviousNext »