Blog Image

AAA - triple & cube

Amazonas Antarctica Acongagua

Diary of a Grand Voyage

Devil’s Island, French Guyana

english Posted on 2011-01-12 23:09:12

Uninterrupted days and nights of rough seas, as a consequence of heavy swells from the Northeast (says the captain time and again), intermittently enhanced by a stiff breeze, have been our share for many tens of hours now. On my balcony there was a carpet of filthy salt. It is caused by the spray from the waves that gets scooped up by the wave-razing winds as misty pellets, carried along and smashed into the ship, where they just drop dead – pun intended! The ubiquitous sun burns off the water and what stays behind are “the ashes of the spray”: a salty smudge – on the guardrails, on the ground and on the deckchairs…. Until a (fresh water) cloudburst rinses it out, such that we can start all over from a clean sheet, so to speak.

Welcome to the tropics! That is where we have landed meanwhile, and the “land” part was welcome after all the bouncing around. However, before we could enjoy the steadiness, we had to embark in the tenders who brought us to shore. Even in calm waters this ride feels like a bucking horse – with loopinglike ups and splashing downs. Luckily we were only a couple of miles out.

Les Iles fu Salut – the Salvation Islands, colonized in 1640 and turned into a penal colony after 1789. That was one of the accomplishments of the great “Révolution” with its “Liberté, Fraternité and Egalité”. Without a doubt many brothers, freed of the burden of Freedom, have indeed been treated here without Equal! When you approach them in the morning sun, you would rather think of them as Tahiti-next-door, full of lush life, Eden – with a grain of salt!

Apart from a platoon of Young French Légionnaires, a sober hotel and an office of ESA (European Space Agency), we find only a few morbid ruins and much terrestrial life. About the former, there is not much to tell. And the French tourist authorities seemed to agree because there was precious little Information. In the last building (the quarters of the Commandant), there was a picture of 19th century commander. He looked quite civilized and intelligent. I could not resist wondering what kind of man he was upon arrival, and what kind of man he had become at the end of his tour of duty. For sure, the apparent violence of this place does not leave anyone untouched, and unchanged.

The vivid life in this earthy paradise was much more interesting. The all-encompassing wealth of greens – low, high and very high, often carrying delicious looking fruits, was fascinating. The palm trees appear to touch the heavens, with ripening coconuts around their noble necks en wasted coco shells around their decaying feet. Part of the show was my first sighting of apes in the wild. The little morsels were alert and not shy nor scared, meandering around bushy branches and frolicking with their funny friends. My American companions called them “green apes”; I tend to believe that is simplification: lovely animals like that deserve a nicer name! Of course, there are colorful birds and surprisingly wild chickens. What some thought would be a mongoose, was later explained as an agouti, a scurrying vegetarian rodent. They obviously didn’t have as much fun as the apes!

As we concluded our first day in the “wild”, with tasty venison, we had set sail for the Amazon, heading for the “Barrier”. Surprisingly perhaps, the Amazon doesn’t start where the land ends. No, it starts 200 miles out in the ocean: that far out the river still noticeably deposits some of its millions of tons of sediments. At its sole entry point, an opening often only 30ft deep, the Barrier seems to be the invisible demarcation of the “Silty brown lagoon”.

On our way to the first A in the A³ Grand Voyage, the captain had distributed a letter about conservation of water during the next 10 days, as the ship’s evaporators could not handle the Amazon water. When the toilet flush – same system as in airplanes – didn’t work this morning, I wondered whether he had meant it that strictly! Upon my inquiring with housekeeping, the friendly lady said that it was not the captain’s wish but a generalized, unforeseen problem, and the engineers were working on it! Great, because it meant that the cooks didn’t have to change their much appreciated menus!

Meanwhile we have navigated the entry point successfully, waiting for the high water at 1500hrs. I heard that we had 8ft to spare under the keel. As we steamed onwards, at much reduced speed, the propellers produced a brownish kaki trail behind us. Welcome to the Amazon!

Prinsendam, Wednesday January 12, 2011, 1600hrs

Looking the Amazon in the Mouth



Duivelseiland, Frans Guyana

nederlands Posted on 2011-01-12 02:32:49

We hebben nu al drie dagen ruwe zeeën voorgeschoteld gekregen, vooral vanwege de zware deining die uit het noordoosten opstuwt, zegt de kapitein elke dag opnieuw, met af en toe ook stijve briesen als toemaatje. Op mijn balkon ligt er een zouttapijt. De oorzaak daarvan is het schuim dat, door de wind als korrelige mist wordt opgepakt, meegedragen en tegen het schip gesmakt, waarbij de druppels pardoes op het dek of balkon sterven. De alomtegenwoordige zon doet vervolgens haar werk: op geen tijd is dat druppeltje verbrand en wat overblijft is “de as van de druppel”: een zoute smurrie, een vuil loog – op de reling, op de grond, op de stoelen…

Welkom in de tropen! Want daar ben ik intussen aange-‘land’. Dat land kwam, wat mij betreft, op tijd, want vannacht was het weeral goed prijs. Spanten die kreunen, kastdeuren die klappen en de wind die almaar rond romp en ramen suist: dat was de derde nacht op rij, en mijn maag vond het niet echt leuk, ook al bleef ze beleefd “binnen de perken”. Wat vaste voet was welkom.

Alvorens we daarvan konden genieten moesten we in de roeiboten. Immers, op Duivelseiland is er geen haven, geen pier, gewoon een klein ponton. Ach, het waren de reddingsboten, die dienst deden als veerponten. In een kalme zee voelt het aan als een rupsrit op de kermis, met af en toe een onverwachte opwipper of doorzakker. Gelukkig was het slechts een paar kilometer.

Les Iles du Salut, gekoloniseerd in 1640 en tot strafkolonie omgedoopt na 1789. Het betekende “saluut” aan de “Salut”. Liberté egalité en fraternité: er zijn hier redelijk wat fraters van hun vrijheid (en leven) beroofd, zonder gelijke!! Een twintigtal kilometer uit de kust van Guyana, recht tegenover Cayenne, vind je deze drie petieterige eilanden, vol weelderig leven. In de ochtendzon leken ze uitsluitend uit “Charme, calme et volupté” te bestaan, Tahiti op een boogscheur van huis (met een korreltje … zout!?).

Behalve een peloton jonge Franse Légionnaires, een bescheiden hotel-restaurant, en een ESA detachement, vinden we hier enkele doodse ruïnes en veel aards leven. Over de eersten valt weinig te vertellen. De Fransen slagen er in, zoals van gewoonte, om slordig om te gaan met toeristische informatie. Nu ja, als er geen douches of toiletten meer overblijven, maakt het niet uit of een gebouw “Dortoir 1er Peloton avec Sanitaire” dan wel gewoon “Quartier des Condamnés” genoemd wordt. Toen ik in een museumpje een foto van een Commandant uit de 19e eeuw zag, vroeg ik me af welk mens, welke persoon hier toegekomen was, en welke persoon na zijn diensttijd vertrokken is. Het is Breendonk niet, of wat?

Het aardse leven in dit natuurparadijs was boeiender. Die alomvattende groene weelde, laag, hoog en heel hoog groeiend en dikwijls vruchten dragend. Zo zijn er de hemelrakende palmbomen, met kersverse kokosnoten rond hun hoge nekken, en vergane kokosbasten aan hun veraste voeten. En hapklare mangostruiken, en ander voor ons zogenaamd “uitheems fruit” dat hier pertinent inheems is! Tot slot heb ik mijn eerste wilde aap gezien: guitige kleine aapjes, op hun hoede maar niet schuw, rond takken kringelend en aan vriendjes frummelend. Mijn Amerikaanse co-voyageurs noemen het “green apes”. Dat zal wel een vereenvoudiging zijn, denk ik zo.

Inmiddels zijn we weer onderweg. Ik heb gemerkt dat het landschap in de tropen, ook al is het zo eentonig en nietszeggend als een kalme oceaan, gedurende de dag gestaag verandert. Vanmorgen om 7u was de kustlijn duidelijk zichtbaar: een donkere maar duidelijke dikke donkergroene streep die een azuurblauwe zee van een witblauwe hemel scheidde. Zelfs de lanceertorens van Kourou – het geboortedorp van Ariane, op een 40-tal kilometer hiervandaan, staken hun stalen vingers in de lucht. In de namiddag was dat beeld echter veranderd in een stomend caldarium waarin de kustlijn leek als een uitgegomde dikke potloodlijn op een vaalgrijs blad tekenpapier. “Featureless” zou ik als titel kiezen. Welkom aan de Evenaar!

Prinsendam, dinsdag 11 januari 2011, 19u

Een etmaaltje verwijderd van de monding van de Amazone