Blog Image

AAA - triple & cube

Amazonas Antarctica Acongagua

Diary of a Grand Voyage

Boca de Valeria, Broussil

nederlands Posted on 2011-01-16 03:52:38

Op de kaart is het niet te vinden, tenzij je een gat in je kaart kan vinden … Op Google Maps vind je natuurlijk alles: 2°30’S en 56°30’W, op een goede 500km van Manaus. Het is nu 11u, 30°C en er waait een aangenaam briesje.

Om 7u vanmorgen – het daagde pas want de kapitein had gisteren de scheepsklok nu eens terùggedraaid – verraadde het lawaai van de “thrusters” dat we zijwaarts laveerden, en dus aan de landing begonnen waren. Ik dacht om tegen elven aan wal te gaan maar het spek-met-eieren ontbijt gaf me genoeg energie om mijn verstand te gebruiken: hoe later hoe warmer, en hoe meer kans op regen. Dus: snel weg wezen.

Om 8u zat ik in de sloep naar het vasteland. Het woordgebruik is niet per se verkeerd want de term “oever” lijkt me wat onnozel in de context van de Amazone. Wij zijn nu meer dan 1000km de rivier opgevaren en ze versmalt niet. De oppervlakte van België is wellicht veel kleiner dan het wateroppervlak van de Amazone tot en met Manaus. En het is nog verre van hoog water; dat maximum komt pas in mei.

Boca de Valeria, aangekondigd als een “halte in het oerwoud”, is een dorp van 80 mensen. Welnu, van die tachtig inwoners zagen we er al direct zes in een kano, die aan de open deur van onze tender lag heen en weer te klotsen, vlakbij de monumentale Prinsendam, op een kilometer van het land. De zevende (81ste in het dorp?) zat in de buik van de jonge dame die, op de rand van het kleine kanootje laverende, haar kleurrijke kralen te koop aanbood. In de loop van de voormiddag groeide deze vloot aan tot vijf kano’s die, Darwin indachtig, elk voor zich vochten voor de eerste en beste plek naast onze overzetbootjes. Doden of gewonden zijn er, bij mijn weten, niet gevallen.

Mijn beeld van Santa Claus, waarnaar ik gisteren refereerde, kan ik beter inslikken. Na het schouwspel dat we te zien kregen, is het een beeld dat te cynisch en te komisch overkomt. Aan de groene “kade”, met de groene bomenmuur erachter, stond het ganse dorp, alle kinderen voorop, ons op te wachten. Als ik zeg dat het beeld van Santa Claus te cynisch is, is dan is het omdat die jonge jongens en meisjes je meteen vrolijk en dwingend de hand willen geven om met hen naar het dorp te wandelen. Cynisme pas daar niet bij. Als ik zeg dat het beeld van Santa te komisch is dan is het omdat hun lachende en luidruchtige verwachting niks komisch heeft: het is allemaal echt, en soms – voor mij althans, moeilijk om dragen.

Oude mensen heb ik in Boca niet gezien. Het lijkt erop dat vijftig al het graf voorbij is. Ik kan er alleen maar naar raden. De verhouding van de “ouderen” (20 tot 40) tot kinderen van minder dan 10, moet minstens een factor zes bedragen. Het krioelt er van “klein mennekens”. Sommigen van die gastjes proberen zeer doelbewust en expliciet te behagen, hetzij door enthousiast te doen, hetzij door het showen van hun kunstjes met allerlei beesten (aapjes, schildpadden, een kleine boa-constrictor, papegaaien, etc ..). Anderen staan er dan weer beteuterd bij, hetzij jongens met een dier en een lang, onbegrijpend gezicht, hetzij meisjes uitgedost in “traditionele pluimen en aanverwante” die zich ingekeerd afvragen waarom ze op straat voor vreemden moeten paraderen …

Aan de kade was het overvol. Naarmate de stoet verder trok – ik dacht aan de rattenvanger van Hameln – brokkelde het aantal aanhangers af. Sommige passagiers konden het fysiek niet aan, anderen bleven bij stalletjes of kindmodelletjes staan. De doodeenvoudige dorpskerk stond wat omhoog. In tegenstelling tot de andere huizen, die zondering op 2 à 3 hoge palen staan, rustte ze op een betonnen fundering met vijftien trappen.. Ik ben de trappen opgegaan. Een Amerikaanse madame sprak me aan met “Cool, isn’t it?”, en ze meende het letterlijk. Ik vond het ook “cool”, ondanks de witte plastieke stoelen hing er een sfeer van gedeelde blijheid. Aan het altaar hing een wit doek met “Feliz Natal” erop gedrukt in dansende regenboogkleurige letters. Bij het buitengaan, en op de uitheemse bezoekers neerkijkend, schoot “Fetisj Naval” door mijn hoofd. What’s in a name?

Geld geven voor een foto is, zegt de brochure, uit den boze. Zo creëer je direct een giereneffect. Je kunt het hen niet kwalijk nemen: plots verandert het opgezette sprookje in de harde realiteit; dit alles kadert in een overlevingsstrategie. En toch, blijven ze vriendelijk. Ze zullen Spinoza wellicht niet gelezen hebben maar het lijkt er sterk op alsof de “Natura naturata” op hun lijf geschreven is. Een 80-jarige Noor die gisteren naast mij op de Piranha boot zat, was er ook. Het nemen van foto’s doet wat pijn aan het hart zei hij, en wreef over zijn borstbeen. Ik dacht en voelde er net zo over, antwoordde ik. Méér was er niet meer te zeggen.

Prinsendam, zaterdag 15 januari 2011

In een soort paradijs op 2°N bij 56°W



Boca de Valeria, An End of A World

english Posted on 2011-01-16 03:48:07

On a normal map you will not find it, unless you could find a hole on it… Of course, on Google Maps you find everything, such as 2°30’ South by 56°30’ West, about 350 miles from Manaus. It is overcast but has not been raining for a while; at 90F that rain would, they say, be welcome.

At 7am this morning – dawn had already arrived because yesterday the captain had decided to turn the clock back one hour – the noise of the thrusters gave away that we were moving laterally, which means that we were had started our landing, somewhere out of the center of the river. I had planned to go on land by eleven but, after a mouthful of bacon and eggs, I had gathered enough energy to think this through, rationally: later meant warmer and warmer meant more chance for rain. I decided to pack and go.

At 8 the tender was shuttling me to the shore. Think of the Amazon shore as a coastline because, even more than after 600 miles, this giant river has not gotten any narrower. To think that maximum water levels come by the end of April, one cannot even start to imagine its size.

Boca de Valeria, was branded a “stop in the jungle”; it is a village of 80 people. From these eighty inhabitants we immediately discovered six, bobbling in their little canoe off the open door of our tender that was still moored at the Prinsendam’s lower deck exit, about a mile out of the shore. As a matter of fact, the seventh person was hidden in the tummy of the young lady who, balancing on the rim of her canoe, was peddling colorful necklaces. With the passing of time, more floating vendor families arrived; I counted five and, confirming Darwin’s ideas, they were fighting at every tender departure to have the first, and best, place to get to the visitors from afar.

The reference that I made to Santa Claus yesterday, I’d like to withdraw. After the spectacle that I witnessed, it is a rendering that is too cynical and too comical as well. Indeed, at the green inlet, with green tree wall behind it, the entire village had emptied to greet us – all the children in front, the boys nervously inquisitive and the girls shyly giggling.

When I state that the image of Santa Claus is too cynical, it is because these youthful boys and girls merrily gather around the landed visitors, taking them unceremoniously by the hand to walk them along the only path to the village. Cynicism doesn’t fit that quasi-bucolic picture. When I state that the image of Santa is too comical, it is because their enormous and boisterous Expectations have nothing comical. It is all very, very real. It is when the tourist and the person in me have difficult conversations.

Old people are nowhere to be seen. Since I do not think that there are a lot of senior citizens’ homes around this neck of the woods, I assume that they are in loftier spheres (and I don’t mean traveling the world on a cruise ship either!). Around here youth is king, and little princes dominate. I wouldn’t be surprised if the ratio between say 20-40 year olds, on the one hand, and 0-12 year olds on the other, is at least five to one. It is a stunning fact.

Some kids, usually boys, try to please, explicitly and purposefully, be that by their loud enthusiasm or by their tricks with all kinds of animals (monkeys, turtles in various sizes, a small boa constrictor, parrots, etcetera). Others, girls mostly, give a shy impression as they have to showcase traditional garb, plumes included and seem to wonder inside why they have to parade for all these strangers…

The landing area is packed when a sloop arrives. As the procession moved inland – not unlike the Pied Piper – the numbers dwindled quickly. Some of the passengers couldn’t muster the terrain or missed energy, others just hung around the first stalls with handicrafts. As I went on, I caught a very simple wooden church, somewhat elevated, but not on poles, as the rest of the village, but on a concrete foundation with 15 steps leading to its entrance. I climbed them and ran into an American lady. “Cool isn’t it?” she volunteered and she meant it, literally. I thought that it was cool as well: notwithstanding the white plastic chairs, an atmosphere of shared joy emanated from the altar. Above it hung a white rectangular cloth with “Feliz Natal” printed on it in dancing, rainbow-colored letters. As I left, looking at the visitors on the path below, 3Fetisj Naval” flashed through my head. What’s in a name?

Giving money in exchange for a picture, the brochure says, is not a good idea. In that way you create a vulture-effect. It is true too, of course. You can’t blame them though. All of sudden the scripted fairy tale changes into harsh reality: it is all part of a logical survival strategy. And yet, they all stay friendly! Presumably, they are not familiar with Spinoza but there is no doubt that they exemplify the “Natura naturata” to the tee.

An 80 year old Norwegian, whom I had acquainted yesterday on the Piranha boat, was also part of my platoon. Taking pictures here doesn’t sit well with my heart, he said, and moved his hand up and down his sternum. I thought and felt the same, I replied. And we saw eye to eye.

Prinsendam, Saturday January 15, 2011, 1600hrs

In a Kind of Paradise at 2°N by 56°W