Blog Image

AAA - triple & cube

Amazonas Antarctica Acongagua

Diary of a Grand Voyage

Panama, beyond the Canal

english Posted on 2011-03-09 03:51:58

Two days to go for Carnival, also in Panama. They are on a four day water throwing fest, de-inhibited by a liquid fest of sorts, beer being one of the sorts. The Prinsendam cannot dock in Panama City, as a matter of fact there are no commercial docking facilities. That would probably lead to a war anyway, with so many potential contenders for a limited number of piers. Then again, they are all in a hurry; as that was the raison-d’être of the canal in the first place.

I had signed up for a ride out to Indian territory. The canal, and the commerce that it has generated, has been overshadowing the other face of Panama: its pristine nature tracts. And to be sure, from our anchoring point, the skyscrapers of Panama City did not exactly provide any hint to the country’s real historical heritage either!

Yet, there are still seven indigenous tribes living in the rain forests of Panama, five in the East and two in the West. The readers, who like me, see Panama as split by the canal in North (Costa Rica) and South (Colombia) parts, better think of North as West and of South as East, as the Panamanians do. The trip started off with a bus ride of one hour, along a highway which was in a better state than the sound system on the bus. To make matters worse it looked as if the hearing impaired were sitting in the back, such that the front sitters started complaining when the guide turned up the decibels. Switching places would obviously have been an effective solution, were it not for the fact that the less mobile were also in the back of the bus …

We reached our destination without much more ado. The Indians hosts had come to meet us at the riverfront in traditional canoes. Although they were handcrafted they had left the paddles at home and used a powerful Suzuki outboard motor instead. Being narrow, relatively long and thus quite “mobile”, the boat balanced precariously around its longitudinal axis as it was being filled by the guests, many of them visibly unsure about their next step. Every boat took eighteen passengers, nine rows of two seats. Actually two “seats” was a one inch plank, across the full width, about one foot from the keel and probably three feet across at its widest. The embarkation was quite a spectacle to watch, judging by the many locals that had filled the landing area.

According to the brochure, we would reach the village after a thirty minute “glide” along the Rio Chagres. Not quite this time! To start with, the river turned out to give into a sizeable lake (many tens of square miles), which had been created when the canal was built (as drinking water reservoir). Its surface waters were not exactly flat either. Moreover, our “promoted paddler” ran out of gas, such that they had to organize a dynamic fill-up in the middle of the lake. It took almost an hour to reach the destination, but all in all a pleasant one! And time, well, time was not of the essence, not here and not then.

The village had organized a welcome party for the visitors on this Sunday morning: kids of all sizes, sexes and ages, a few young mothers and one older (wise?) man. All were dressed in traditional garb. In the case of the youngest kids that meant no garb. The novelty with this excursion was that it was organized by the Indians themselves: they made a conscious choice, in synch with the government, to complement their tribe’s income with tourism.

Nowhere was there any hint that they had (to) put up a show. We could see where they live, we could take pictures (not in the private dwellings), they explained (in Spanish) what they do and how they do it (a standard 20ft canoe is two months of hard work for seven able bodies), we could buy their artifacts of course, and nobody was begging. Although the villages of the Embera are isolated, allowing them to continue to adhere to culture and language, they are certainly not living in the wild. It was all relaxed, pleasant and instructive. I was lucky to bump into a resident (Greek) anthropologist as well; he explained how democratic and socially caring they all are where it comes to tribal affairs.

We spent about three hours in the village, including a tasty lunch of freshly broiled tilapia with plantain, served in a rolled-up palm leaf, followed by pine-apple and water melon. Imbibed with this new cultural experience, we returned to the canoes (easier loading this time around) and sped off to the other world.

As soon as we reached the lake we got a telling answer to an earlier question: why had we all received an “emergency poncho” when we boarded in the morning? A stiff breeze had developed over the Chagres “Lake” and hit us in full face, just to the right of the bow. Heaps of water spray was blown straight into us. Some passengers (which I had silently judged to be a touch over-cautious for eventual rain showers) had donned the cape before we had left, others had not. Even though I managed to hold the plastic more or less in front of me, I got thoroughly drenched.

It was Panamanian Carnival after all!

Prinsendam, Day 63 – Tuesday March 8th, 2011

On our way to the last (but one) “destination”



Duizend Regenbogen

nederlands Posted on 2011-03-09 03:47:35

…en tienduizend schuimwitte kristallen op blote bruine benen. Zo verging het in de vroege morgen (om 8u30!). De wind woei gestaag en hard, de kragen van de golven waren wit geborduurd – tot ze vergingen in sproeisel. En dat sproeisel had twee effecten. Het eerste was het mooiste: elk gordijntje, door de wind opgetild, gebogen en neergesmakt, lichtte voor één flitsend ogenblik in zijn kortstondig leven op als een regenboog. Het tweede was dat, na verloop van een half uurtje dekzitten en golvenkijken, mijn benen inderdaad bedekt waren met talloze zoutkorrels. Hoe kon de dag daarna nog stuk?

Niet dus. Eigenlijk was ik van plan om vandaag een beetje terug te blikken, alvorens ik morgen in het Koninkrijk Nederland arriveer. Inmiddels heeft men er mij attent op gemaakt dat er wel het één en ander aan praktische organisatie voor de “debarcation” ofte ontscheping te regelen valt. Het toeval wil – of misschien juist niet – dat ik onderweg van een goede vriend een e-mail had ontvangen die zich m.i. leent als voorbeschouwing, en op die manier enkele van de thema’s aansnijdt die ik sowieso had weerhouden. De auteur van dit verhaaltje is mij onbekend, maar hij zal deze publicatie zeker op prijs stellen.

Een klein lief meisje stond onder een luifel. Ze had juist boodschappen gedaan in de supermarkt, met haar mama. Ze zal ongeveer 6 jaar oud zijn geweest, dit prachtige roodharige sproetige beeld van onschuld. Het stortregende buiten. Je weet wel, dat soort regen dat goten en afvoerputjes doet overstromen, zo gehaast om de aarde te raken, dat het geen tijd had om de straal wat zachter te zetten. We stonden allemaal onder deze luifel aan de ingang van de supermarkt. We wachtten, sommigen geduldig, anderen ‘geïrriteerd’, omdat de natuur hun haastige dag in de war had gegooid.

Ik ben altijd wat dromerig als het regent. Ik verdwijn in het geluid en met het inzicht dat de hemel het vuil en het stof van de wereld afspoelt. Herinneringen van ‘rennen en spetteren’ als een ‘kind’ – zo zorgeloos spelen in je gedachten, als een welkome onderbreking van een voorbije dag met zorgen en stress. Haar stem was zo mooi toen ze de hypnotische trance onderbrak waar we allemaal in gevangen zaten.

‘Mama, laten we door de regen gaan rennen,’ zei ze. ‘Wat ?’ vroeg Mama. ‘Laten we door de regen gaan rennen!’ herhaalde ze. ‘Nee, lieverd. We wachten tot het wat minder wordt’ antwoordde mama. Het kind wachtte nog een minuutje en herhaalde: ‘Mama, laten we door de regen gaan rennen.’ ‘We worden doornat als we dat doen,’ zei mama. ‘Nee, dat zullen we niet, mama. Dat is niet wat je zei vanmorgen’ voegde het meisje eraan toe, terwijl ze aan haar mama’s arm trok.

‘Vanmorgen? Wanneer zei ik dat we door de regen konden rennen en niet nat zouden worden?’ Het meisje zei kalmpjes: ‘Weet je dat niet meer? Toen je met papa praatte over zijn kanker, toen zei je: ‘Als we hier doorheen geraken samen, komen we door alles heen!’ Iedereen was opeens muisstil. Ik zweer dat je niets anders hoorde dan de regen.

We stonden allemaal doodstil. De volgende minuten kwam er niemand en ging er niemand weg. Mama dacht even na over wat ze zou antwoorden. Sommigen zouden het weg lachen of haar voor gek uitmaken. Sommigen zouden zelfs negeren wat ze had gezegd. Maar dit was een moment van affirmatie in een kinderleven. Een moment van onschuldig vertrouwen, dat, wanneer het gevoed en verzorgd wordt, zal bloeien in geloof in de goede dingen en in de hoop van het leven.

‘Lieverd, je hebt gelijk. Laten we door de regen rennen. Als het zo moet zijn dat men ons vanuit hierboven nat laat worden, wel, dan hadden we misschien juist een wasbeurt nodig,’ zei mama. Daar gingen ze. We stonden daar allemaal te kijken en te glimlachen, toen ze daar vooruit sprongen tussen de auto’s door, en jawel, door de plassen. Ze hielden hun boodschappentassen boven hun hoofd.

Ze werden doornat. Maar ze werden gevolgd door enkele anderen die schreeuwden en lachten, als kinderen onderweg naar hun auto’s. Ja, ik ook. Ik rende en werd nat. Ik had ook een wasbeurt nodig. Omstandigheden of mensen kunnen je geld, je materiële bezittingen en je gezondheid wegnemen. Maar niemand kan ooit je dierbare herinneringen wegnemen… Vergeet daarom niet om ‘tijd’ te maken en de gelegenheden te pakken om elke dag herinneringen te maken. Voor alles en voor elk doel onder de hemel is er een seizoen en een tijd. Bewaar de zonnige dagen voor de donkere momenten.

Een vriend zond mij deze boodschap om mij te herinneren aan ‘het’ leven en de waarden in het leven… Samen een glaasje wijn, een frisse pint, een gezellige BBQ onder buren en vrienden, een terrasje, genietend van de dagdagelijkse dingen, een beetje humor… Ik hoop dat je het apprecieerde.

IK HOOP DAT JE STEEDS DE TIJD NEEMT OM DOOR DE REGEN TE RENNEN.

Ze zeggen dat het een minuut duurt om een speciaal persoon te vinden, een uur om hem te waarderen, een dag om van hem te houden, maar een heel leven om hem te vergeten. Stuur dit naar mensen die je nooit zal vergeten en vergeet niet om het ook naar de persoon te sturen die het naar jou gestuurd heeft. Het is een korte boodschap om ze te laten weten dat je ze nooit zal vergeten. Als je het naar niemand doorstuurt, dan betekent dat je gehaast bent. Neem de tijd om te leven! Houdt contact met je vrienden, je weet nooit wanneer je elkaar nodig hebt.

Van het ‘concert des levens’ heeft niemand een programma.

Prinsendam, dinsdag 8 maart 2011

Every day is a gift (lijfspreuk van de “Cruise Director”)